Derde deel studie Openbaring

woensdag 12 november 2008

Derde deel studie Openbaring

In dit derde deel lezen en studeren we over de hoofdstukken 19 t/m 22 van het boek Openbaring.

De onderwerpen zijn:

- De overwinning van Jezus over satan
- Het duizendjarig rijk ofwel: het millennium
- De nieuwe hemel en de nieuwe aarde en een blik in de komende eeuwen of aeonen
- Slot: Een blik in de toekomst

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Abonneren op: Reacties posten (Atom)

Hoofdstuk 19 De overwinning van Jezus over satan.

Openbaring 19 : 1 – 5.
1 Hierna hoorde ik als een luide stem ener grote schare in de hemel zeggen:
Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, 2 want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist.
3 En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. 4 En de vierentwintig oudsten en de vier dieren wierpen zich neder en aanbaden God, die op de troon gezeten is, en zij zeiden: Amen, halleluja! 5 En een stem ging uit van de troon, zeggende:
Looft onze God, al zijn knechten, die Hem vreest, gij kleinen en gij groten!

De overwinning over de tegenstanders van God is behaald en de hemel reageert met een massale lofprijzing.

Wie zijn de deelnemers aan deze lofprijzing?

In de eerste plaats de engelen, want er is een zeer goede reden voor alle aartsengelen, serafs, machten en krachten om God te loven en te prijzen, immers de afvallige aartsengel, de satan, heeft met al zijn gevallen engelen een totale nederlaag geleden !

In de tweede plaats zijn ook alle gelovigen in de hemel en zij weten, dat er nu een volledig einde is gekomen aan alle strijd, vervolging en tegenstand.Alle verlosten zijn hier aanwezig, allen, die vanaf de zondeval tot geloof zijn gekomen en laten we vooral niet vergeten, dat jij en ik daar bij zullen zijn ! Wat een geweldig vooruitzicht !

Deze overwinningsdankstond in de hemel begint met een krachtig: Halleluja !, wat we kunnen vertalen met: Prijst God, of: Prijs de Heer !
In het Oude Testament komt het woord “halleluja” 22 keer voor en in het Nieuwe Testament slechts 4 keer en dat alleen in dit hoofdstuk, namelijk in vers 1, 3, 4 en 6.

Halleluja is het woord, dat internationaal het meest gebruikt wordt in lofprijs en aanbidding, meer dan welk ander woord dan ook en de christen drukt met dit woord zijn geloofsoverwinning en blijdschap uit. Zo ook hier !
Natuurlijk begint deze dankzegging met een lofverheffing: Heil, heerlijkheid en macht zijn van onze God !
Heil, of wel: zaligheid, ziet op de door God gebrachte verlossing door Jezus.

Heerlijkheid ziet op de onvoorstelbare gelukkige toestand, waarin de Heer ons gaat brengen en macht ziet op de taak, die wij in het komende koninkrijk in de naam van Jezus zullen uitoefenen en dit alles komt uit het hart van God, want het Evangelie begint niet met de zondige mens, maar met God, die van zondaren houdt.
Hij is het begin, de alpha en het doel, de omega.

De grote schare in de hemel verklaart ook, dat God waarachtig en rechtvaardig is in Zijn oordelen. Hij heeft het goddeloze Babylon, de grote hoer, geoordeeld en de martelaren op een rechtvaardige wijze gewroken.
Van ouds had de Here immers de regel gegeven: “Mij komt de wraak toe én de vergelding”. Deuteronomium 32 vers 35 (zie ook Romeinen 12 vers 19)

Nog eens klinkt uit miljoenen monden: Halleluja !

“En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden”.

Deze uitspraak betekent, dat Babel eens en voor altijd verwoest is en dat tot in de verste toekomst er nooit meer een Babylon zal zijn.

De 24 oudsten en de vier dieren werpen zich voor de troon om te aanbidden.
Zij zijn ook het dichtst bij de troon en vertegenwoordigen de overwinnaars van het Oude en Nieuwe Testament, terwijl de vier dieren, de vier levende wezens, een belofte zijn van de nieuwe schepping, die nu spoedig gaat aanbreken.
Hun aanbidding bestaat uit twee woorden: Amen, halleluja !Amen is een bevestiging: Zo is het !
Halleluja betekent: Prijs de Heer !

“En een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, al Zijn knechten, die Hem vreest, gij kleinen en gij groten!”

In de troon zit Jezus aan de rechterhand van de Vader en Hij is het, die nu alle hemelingen oproept tot lofprijs.
Wat zal dat een geweldig ogenblik zijn, als alle engelen en alle zaligen hun mond gaan openen, om God te prijzen !

Veel christenen in gemeentes hebben moeite om God in het openbaar hardop te loven en te prijzen.
Het zou echter voor ons een volkomen normale zaak moeten zijn, om met de gemeente God groot te maken en zeker, als de leider van de aanbiddingsdienst de gemeente op bekwame, geestelijke wijze naar die lofprijzing leidt.

Hier is het Jezus, die ons in deze aanbiddingsdienst in volmaaktheid zal voorgaan.
Hij spreekt vanuit de troon.

Een goede, geestelijke gemeente neemt tijd voor aanbidding en lofprijs !
Zo neem je al een “voorschot” op onze eeuwige toekomst !

Daarom is het zo belangrijk om ook in onze persoonlijke omgang met de Heer nooit te beginnen met te vragen, maar altijd te beginnen met God te aanbidden.

Jezus heeft ons geleerd zó te bidden ! Het “Onze Vader” begint en eindigt met lof en dank !

Openbaring 19 : 6.
En ik hoorde als een stem van een grote schare en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende:
Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard.

Johannes beschrijft de geweldige lofprijzing, die nu in de hemel gehoord wordt. Het is niet gemakkelijk voor hem, om precies te zeggen, wat hij nu hoort.
Hij noemt allereerst een stem als van een grote schare.
Uit het feit, dat Johannes wel precies kan weergeven, wát er in de aanbidding wordt uitgesproken, mogen we afleiden,dat er grote eenheid is in wat er wordt gezegd.

De lofprijzing is als een lied en begint met: Halleluja !
Prijs God ! En daar is een goede reden voor, want : de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard”.

Jezus heeft ons geleerd te bidden: “Uw koninkrijk kome !” Dat gebed is nu verhoord !

Vers 7 en 8.
Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen.

Er is grote reden tot blijdschap, want de bruiloft van het Lam gaat komen…

Dat de bruidegom, het Lam, onze Heer Jezus Christus is, behoeft geen betoog, maar er is wel heel veel meningsverschil over de vraag, wie dan wel deze vrouw is…

Nu is deze vrouw de tegenpool van de vrouw in hoofdstuk 17, die in purper en scharlaken gekleed is en rijk versierd is met allerlei kostbare versierselen. Deze slechte vrouw, dé grote hoer, hebben we leren kennen als Babylon, de moeder van de hoeren en zij is de personificatie van het ongeloof en het verzet tegen God door de gehele wereldgeschiedenis.

Eerder hebben we in hoofdstuk 12 een vrouw ontmoet, die bekleed is met de zon, met de maan onder haar voeten en met een kroon van twaalf sterren op haar hoofd.

Zij is de personificatie van het geloof in God, zoals zich dit door alle eeuwen heen heeft geopenbaard.

De vrouw, waar het nu in hoofdstuk 19 over gaat, moet wel dezelfde zijn als die van hoofdstuk 12. Zij is de gemeente van het oude en nieuwe verbond en bestaat uit alle opgenomen heiligen.

In 21 vers 9 wordt dit bevestigd, want daar wordt de bruid de vrouw van het Lam genoemd. De bruid en de vrouw zijn dus één en dezelfde persoon. In hoofdstuk 21 zullen we nog enkele verrassende bijzonderheden over haar horen.

De bruiloft gaat plaatsvinden en de vrouw, de bruid, de gelovigen van alle tijden, krijgen een feestkleding: blinkend, smetteloos fijne linnen.

Dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen.

Wat wordt hier nu mee bedoeld?
Het betekent, dat de glans van de feestkleding, die wij straks zullen ontvangen, afhangt van onze rechtvaardige daden.

Hier beneden herkennen wij een rechter aan zijn toga, een koning of koningin wordt herkend aan de kroon, een portier heeft ook zijn eigen uniform, evenals een generaal, en deze generaal heeft weer meer sterren dan een majoor, enz. Aan de kleding kunnen we vaak zien met wat voor persoon we te maken hebben…

Straks is er iets dergelijks: Aan de heerlijkheid van de kleding is te zien wie de gelovige op aarde geestelijk is geweest. Zijn/haar geloofsleven wordt door de kleding als het ware weerspiegeld.

Dit is helemaal in overeenstemming met wat Daniël heeft geprofeteerd: “…en de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos…”

De toegang tot de zaligheid krijgen we uit genade, want Christus geeft ons het eeuwige leven op grond van Zijn verlossing aan het kruis.

Het loon, dat wij ontvangen, hangt geheel af, hoe wij op aarde hebben geleefd uit het geloof.

Daarom schrijft Jezus aan de gemeente te Sardes: “Doch gij hebt enkele personen te Sardes, die hun klederen niet hebben bezoedeld en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, OMDAT ZIJ HET WAARDIG ZIJN. Wie overwint zal aldus bekleed worden met witte klederen”. Openbaring 3 : 4, 5.

Het is dus duidelijk, dat het geloofsoverwinnaars zijn, die deze witte kleding ontvangen.

De brieven van Paulus, Petrus en Johannes hebben verschillende thema’s, maar alle drie moedigen zij de gelovige aan om vooral een overwinnend, positief en vruchtbaar geloofsleven te ontwikkelen met de hulp van de heilige Geest.

Wie deze brieven serieus leest, kan niet passief blijven ! Vandaar ook de vele waarschuwingen, die de apostelen geven in hun brieven en ook Jezus zelf waarschuwt ons: “…Houdt vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme…” Openbaring 3 vers 11.

Vers 9. En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. En hij zeide tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.

De bruiloft is gekomen en de geloofsoverwinnaars zijn uitgenodigd en hebben deel aan het bruiloftsmaal. De bruiloft wordt nu niet verder beschreven, maar we mogen aannemen, dat deze wel nu na de uitnodiging plaatsvindt.

Er is heel veel geschreven en gepredikt over de vraag wie dan wel de bruid zou zijn en wie dan wel de gasten zijn en of Israël er ook deel aan zal hebben, enz., enz. Er is veel verschil van mening over dit onderwerp.

Mij dunkt, het is beter serieus aandacht te schenken aan onze levenswandel in het geloof, want dan alleen hebben we de zekerheid, dat we ons doel bereiken.

Anderzijds is het niet juist om te veronderstellen, dat zomaar iedere gelovige deel zal hebben aan deze maaltijd.
Wie dat denkt, moet maar eens ernstig nadenken over bijvoorbeeld 1 Korintiërs 3 : 10 – 23. 10
Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. 11 Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. 12 Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, 13 ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. 14 Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, 15 maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.
16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? 17 Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!
18 Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. 19 Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven:
Die de wijzen vangt in hun sluwheid;
20 en elders:
De Here weet, dat de overleggingen der wijzen vruchteloos zijn.
21 Daarom, niemand beroeme zich op mensen; alles is immers het uwe: 22 hetzij Paulus, Apollos of Kefas, hetzij wereld, leven of dood, hetzij heden of toekomst, het is alles het uwe; 23 doch gij zijt van Christus, en Christus is van God.

De engel, die Johannes begeleidt, zegt nu: “Dit zijn de waarachtige woorden van God”. Merkwaardig, dat de engel dit juist nu zegt, als het over het bruiloftsmaal gaat !

Het kan niet anders, of de engel heeft Johannes er op willen wijzen, dat het hier om een zeer belangrijke zaak gaat en daarom is dit een aanmaning aan ons allen, die dit lezen om grote ernst te maken met ons geloofsleven, om niet passief af te wachten, maar om daadwerkelijk de (geloofs)hand aan de (geloofs)ploeg te slaan.

Vers 10. En ik wierp mij neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, maar hij zeide tot mij: Doe dit niet! Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie.

Johannes is geweldig onder de indruk van de bruiloft en ongetwijfeld heeft hij begrepen en ook profetisch gezien, wat een onvoorstelbare, heerlijke zaligheid God heeft bereid voor degenen, die in de overwinning van het geloof hebben geleefd op aarde.

Er is voor Johannes nu alle reden om te aanbidden, maar de engel waarschuwt hem onmiddellijk om niet hém, maar God te aanbidden. Engelenverering staat God niet toe !

“Want het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie”, kunnen we ook weergeven met: “Wat Jezus heeft bekend gemaakt is de geestelijke bron van Openbaring”.

Daarom moeten we God aanbidden voor al de grote dingen, die Hij ons door Jezus heeft bereid en Jezus zelf gaat ons voor in de aanbidding van de Vader, want uiteindelijk is het alles uit Hem. Zijn liefde is dé Bron van ons eeuwig heil !

Openbaring 19 : 11 – 13. En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12 En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13 En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods.

Johannes zag, dat de hemel geopend werd, dat wil zeggen, dat bij wijze van spreken, de poort van de hemel, die de weg naar de aarde ontsluit, openging.

Er gaat nu iets groots gebeuren: in de hemel, voor de troon van God, heeft Christus het koningschap aanvaard over de aarde, want het vijandige Babylon is overwonnen en nu gaat Jezus de aarde in bezit nemen.

Niet alles wordt ons uitvoerig meegedeeld, maar we mogen veronderstellen, dat God zijn Zoon bij de aanvaarding van het koningschap met vele kronen heeft gekroond, want zo verschijnt Hij op aarde.

Jezus Christus zit op een wit paard. Wit is de kleur, die in de profetie allen bij Gods gerechtigheid past en is een weerspiegeling van de hemelse, zondeloze heerlijkheid.

Direct ná de opname van de overwinnaars had Johannes Jezus ook zien komen op dit witte paard, maar toen ontving Hij slechts één kroon. Waarom slechts één kroon en nu vele kronen?

Het antwoord is niet zo moeilijk: toen Johannes Jezus de eerste keer zag op dit witte paard, was het verlossingswerk nog lang niet voltooid.De verlossing was weliswaar in principe geheel volbracht, maar de uitwerking van de verlossing, de overwinning over satan en Babylon was toen nog niet behaald.

Vandaar, dat we in Openbaring 14 vers 14 Jezus, de Mensenzoon, ook zien verschijnen met slechts één kroon.

Om verwarring te voorkomen: satan draagt zeven kronen (zie 12 vers 3) en de antichrist draagt tien kronen ! (13 vers 1)

De Heer Jezus wordt hier Getrouw en Waarachtig genoemd. Getrouw, omdat Hij reeds voor de grondlegging der wereld uitverkoren was om de mensheid te redden en Hij heeft Zijn bediening zeer getrouw uitgevoerd, niet alleen door Zijn geboorte, kruis, opstanding en hemelvaart, maar Hij heeft nu ook het oordeel voltooid. Hij had dit op zich genomen, toen Hij de boekrol uit handen van Zijn Vader had aangenomen.

Daarom is alleen de Heer Jezus Christus gerechtigd het vonnis te vellen over alle vijanden en er komt nu een oorlog, de enige oorlog die gerechtigheid brengt en het vonnis over satan, de antichrist en de valse profeet gaan volvoeren.

De Heer Jezus wordt ook Waarachtig genoemd.In tegenstelling tot de mens, die tot de leugen geneigd is, is God volkomen waarachtig en zelfs niet tot leugen in staat:
“God is geen man, dat Hij liegen zou”. Numeri 23 vers 19Titus 1 vers 2: “…dat God, die niet liegt…”Hebreeën 6 vers 18 zegt, dat het zelfs onmogelijk is, dat God zou liegen !

Jezus zegt van Zichzelf: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Johannes 14 vers 6.

“Zijn ogen waren een vuurvlam”.

Johannes had bij het begin van de openbaring van Jezus Christus deze vuurvlammende ogen gezien en toen vervulde hem dit met grote vrees. Nu weet Johannes inmiddels, dat deze vurige ogen een teken zijn van het oordeel, dat Jezus als Rechter gaat vellen.

“Op Zijn hoofd waren vele kronen”.

Wie de proef van de verzoeking doorstaat, ontvangt van de Heer de kroon van het eeuwige leven. Jakobus 1 vers 12.

Zij, die de goede geloofsstrijd hebben gestreden, ontvangen van de Heer de krans of kroon van de rechtvaardigheid. Zie 2 Timoteüs 4 vers 8.

1 Thessalonicenzen 2 vers 19 spreekt over een erekroon of erekrans.

In 1 Korintiërs 9 vers 25 gaat het over een onvergankelijke erekrans.

1 Petrus 5 vers 4 belooft ons een overwelkelijke krans van heerlijkheid.

En laten we vooral niet vergeten, dat Jezus voor ons een doornenkroon droeg !

Welke kronen (in de grondtekst staat: diademen) Jezus zal dragen bij Zijn wederkomst, wordt ons niet vermeld, maar uit de bovenstaande voorbeelden kunnen we ons een beeld vormen van Zijn glorieuze verschijning of liever: van Zijn glorieuze apocalypsos en iedere kroon of krans heeft een bepaalde betekenis, die wij dan ook volkomen zullen begrijpen.

“Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf”.

Een betere en duidelijker vertaling is: “En Hij alleen weet de naam, die op Hem geschreven is”.
We weten niet, hoe of waar deze naam op Hem geschreven is, op Zijn kleed of op Zijn hoofd, het wordt niet vermeld en we weten evenmin wat die lettertekens betekenen. Johannes kan het blijkbaar niet ontcijferen en wij zullen dus met Johannes hiermee genoegen moeten nemen.

“Zijn kleding is in bloed geverfd!”

Het absolute centrale punt van onze redding is het kruis en het kruis is opgericht, opdat Jezus aan dit hout Zijn bloed kon vergieten tot redding van de wereld.

Wat is het grote geestelijke ervaring, als we bij het avondmaal de beker drinken en de Heer prijzen, danken en aanbidden voor Zijn bloed, dat ons reinigt van alle zonde !

Inderdaad, zo is het voor ons…maar voor het goddeloze Babylon is het geheel anders !
Het bloed van Christus getuigt tégen hen. Zij hebben de Messias, Zijn kruis en Zijn bloed verworpen, ondanks alle pogingen van God om hen toch nog te redden. Zij hebben zelfs de allerlaatste waarschuwingen van de drie engelen niet ter harte genomen. Openbaring 14 : 6 – 13.
Christus verschijnt voor hen niet als Redder, maar als Rechter en Hij heeft het recht om als rechter op te treden, omdat Hij door Zijn kruis en opstanding de Enige is, die het oordeel kon brengen. Door de verlossing heeft Hij deze macht verworven.

“Zijn naam is genoemd: Het Woord van God”.

Over deze ene zin zou men een heel hoofdstuk kunnen schrijven. Van eeuwigheid openbaart God zich als: de Vader, het Woord en de heilige Geest. 1 Johannes 5 : 7, Johannes 1 : 1 – 4 en vers 14.
Om het wat dogmatischer te zeggen: de tweede persoon van de goddelijke drieëenheid is God het Woord.
Toen het Woord vlees werd, mens werd, kreeg God het Woord de menselijke natuur en de menselijke naam Jezus

Hier in dit hoofdstuk verschijnt Jezus als Overwinnaar en nu zegt deze tekst: deze Jezus is God het Woord !

Vers 14. En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen.

Als de Heer komt, komt Hij met al de Zijnen: de heiligen van Oude en Nieuwe Testament, die allen opgewekt zijn uit de dood en onverderfelijk nieuw leven hebben ontvangen.

Vele heiligen van het oude verbond zijn opgewekt, toen Jezus aan het kruis stierf. Matteüs 27 : 52.

Een tweede grote groep is opgewekt en in heerlijkheid opgenomen, samen met die geloofsoverwinnaars, die gereed waren bij de komst van de Heer vóór de grote verdrukking.

Een derde groep hebben we ontmoet in hoofdstuk 6 : 9 – 11 en verder in hoofdstuk 7 : 9 – 17. Zij zijn de gelovigen en martelaren, die komen uit de grote verdrukking.
Bij de behandeling van hoofdstuk 20 vers 6 komen we uitvoerig op de totale opname terug.

Lang geleden heeft Zacharia geprofeteerd: “De Here, mijn God zal komen, ALLE heiligen met Hem”. Zacharia 14 vers 5b.
Alle heiligen volgen Hem op witte paarden en zijn gekleed in smetteloos wit linnen.
Wit is de kleur van hun heiligmaking en we moeten niet uitsluiten, dat de hemelse heerscharen niet alleen uit verlosten zijn gevormd, maar ook uit vele engelen.
Zij allen begeleiden Jezus bij Zijn komst naar de aarde.

Vers 15. En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, de Almachtige.

Het is duidelijk, dat onze Heer Jezus hier komt als rechter, die de goddelozen niet alleen veroordelen zal, maar hen ook zal straffen. Hij voert ook het vonnis uit.

Christus zal hen hoeden , dat wil zeggen over hen regeren en wel met een ijzeren staf en dat duidt er op, dat Christus in het begin van het millennium, het duizendjarig vrederijk, zéér streng zal optreden en een totale verandering op aarde zal brengen.
De overwinnaars zullen met Hem regeren volgens de belofte aan de gemeente Thyatira. Openbaring 2:26, 27.

Wij, als gemeente, zullen met Christus regeren, maar Israël niet minder !
Voor het laatste moeten we bijvoorbeeld de beloften van Jesaja aan Israël noemen en dat zijn er erg veel !

Christus zelf treedt de persbak van Gods toorn.
Christus was de Enige, die de boekrol kon aannemen en Hij heeft daarom de oordelen over de wereld gebracht. Nu komt het laatste gedeelte: de veroordeling én de straf.

Vers 16. En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der Koningen en Here der Heren.

In het begin schiep God hemel en aarde en Zijn bedoeling was, dat alles onder Zijn macht zich tot een wonderbare wereld zou ontwikkelen, een wereld zonder zonde, ziekte of ellende.

Zodra de mens Gods autoriteit verwierp, kwam de zonde de wereld binnen, maar God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest zijn en blijven de allerhoogste autoriteit.

Nu Christus in volkomen overwinning verschijnt, verschijnt Hij ín en mét dit Goddelijk gezag en wie Hij is, staat op Zijn kleed en op Zijn dij: niemand minder dan de allerhoogste Majesteit in hemel en op aarde: de Koning der Koningen en de Heer der Heren!Wat is het een groot voorrecht, dat wij Hem nu vandaag al zó mogen kennen !

Vers 17 en 18. En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zei tot alle vogels, die in het midden van de hemel vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd van God, om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.

Nu komt de laatste en verpletterende slag, maar let wel, dit is geen oorlogsvoering, zoals wij die kennen !
Christus en de Zijnen hanteren geen kanonnen of geweren: dit is een geestelijke slag met een geestelijk zwaard, waar geen vijand tegen bestand is.
Het is ook niet eenvoudig om een letterlijk beeld te vormen van dit eindoordeel over de vijanden van God en we kunnen er ook vanuit gaan, dat dat hier ook beslist niet de bedoeling is: iedereen begrijpt, dat de oproep van deze engel tot de vogels, en we denken hierbij vooral aan gieren, zowel letterlijk als figuurlijk opgevat kan worden.

Ook weten we, dat de profeet Ezechiël voorzegd heeft, dat er zeven maanden nodig zullen zijn om de lijken van de verslagenen te begraven en zeven jaar lang zal men nodig hebben om al het wapentuig te verbranden, op te ruimen en te vernietigen.

Lees in dit verband Ezechiël 38 en 39.

(Ctrl ingedrukt houden en met muis aanklikken)
http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bijbel=Bijbel&m=Ez+38&id18=1&pos=0&set=10&l=nl
en
http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bijbel=Bijbel&m=Ezechi%EBl39&id18=1&pos=0&set=10&l=nl

Bovendien zegt het boek Openbaring maar heel weinig over de rol, die het volk Israël in de eindtijd speelt en het is nog niemand gelukt om alle Bijbelse gegevens op een volmaakte rij te krijgen en dat zal dan ook de bedoeling van de Heer zijn: het gaat er beslist niet om of we alles kunnen verklaren, het gaat om onze relatie met de Heer Jezus Christus.
Dit boek Openbaring handelt over de openbaring, de verschijning van onze Heer en onze verhouding tot Hem.

Het zwaard, dat uit de mond van de Heer komt, moeten we vanzelfsprekend figuurlijk opvatten en we mogen veronderstellen, dat deze beeldspraak verband houdt met de twee aspecten van het Evangelie:
Wie het Evangelie, dat ook uit de mond van de Heer gekomen is, aanvaardt, ontkomt aan het oordeel.
Voor Zijn vijanden, die Hem verwerpen, brengt het zwaard echter oordeel.
Alle vijanden van God worden overwonnen, te beginnen met de koningen, de machthebbers, daarna hun legeroversten en dan volgen de sterken, de vrijen, de slaven, de kleinen en de groten, kortom: alle vijanden van hoog tot laag.

Vers 19-21.
En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees.

Koning Jezus is neergedaald op aarde met een groot leger van heiligen, die allen eeuwige onvergankelijkheid bezitten. De koningen der aarde, de antichrist en de valse profeet kunnen er niets tegen inbrengen: de vijand wordt totaal verslagen !

Dit is de directe vervulling van de profetie in 2 Tessalonicenzen 2 : 8: Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.

Alle vijanden van God, allen, die zich willens en wetens tegen Hem hebben gekeerd, komen om in deze eindslag.
De antichrist en de valse profeet worden levend geworpen in de brandende zwavelzee !
Nu is de aarde verlost van de heerschappij van de satan.
Lang geleden heeft hij geprobeerd de plaats van God te veroveren. Veel engelen hebben hem daarin gesteund (Jesaja 14: 12 – 19, Ezechiël 28 : 12b - 19). Hij werd ter aarde geworpen en werd van engel van het licht tot vorst der duisternis.

Jesaja 14 : 12 - 19:
12 Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! 13 En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; 14 ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. 15 Integendeel, in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste der groeve. 16 Wie u zien, beschouwen u, letten op u: Is dit de man, die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven; 17 die de wereld tot een woestijn maakte en haar steden afbrak; die zijn gevangenen niet naar huis liet keren? 18 De koningen der volken liggen allen met ere, ieder in zijn woning, 19 maar gij zijt weggeworpen, ver van uw graf, als een verafschuwde scheut, overdekt met verslagenen die door het zwaard doorboord zijn, die neerdalen naar de stenen der groeve als een weggetrapt aas.

Volmaakt zijt gij van gestalte,
vol van wijsheid, volkomen schoon.
13 In Eden waart gij, Gods hof;
allerhande edelgesteente overdekte u:
rode jaspis, chrysoliet en prasem,
turkoois, chrysopraas en nefriet,
lazuursteen, hematiet en malachiet.
Van goud was het werkstuk, waarin zij waren gevat
en aan u vastgehecht;
toen gij geschapen werdt, waren zij gereed.
14 Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels;
Ik had u een plaats gegeven:
gij waart op de heilige berg der goden,
wandelend te midden van vlammende stenen.
15 Onberispelijk waart gij in uw wandel,
vanaf de dag dat gij geschapen werdt,
totdat er onrecht in u werd gevonden:
16 door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt
met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde.
Van de berg der goden verbande Ik u
en deed u weg, gij beschuttende cherub,
van tussen de vlammende stenen.
17 Trots was uw hart op uw schoonheid –
met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan.
Ter aarde wierp Ik u neer,
en maakte u tot een schouwspel voor koningen
om met leedvermaak naar u te zien.
18 Door uw vele ongerechtigheden,
door het onrecht bij uw koophandel,
hebt gij uw heiligdommen ontwijd.
Vuur deed Ik oplaaien uit uw midden
– dat verteerde u!
Ik maakte u tot as op de grond
voor de ogen van allen die u zagen.
19 Allen die onder de volken u kennen,
ontzetten zich over u;
een verschrikking zijt gij geworden,
verdwenen zijt gij – voor altijd!

Adam werd geschapen om de aarde terug te winnen voor God, maar hij faalde en sleepte daardoor het hele menselijk geslacht mee in de zonde en ellende van de satanische machten.

Daarom is Jezus Christus de wettige eigenaar van deze wereld geworden en om deze wereld in bezit te kunnen nemen, heeft Hij het oordeel gebracht over alle Gode-vijandige machten en mensen.

“En al de vogels werden verzadigd van hun vlees…”

Dit is echte oosterse beeldspraak: in de oosterse landen verzamelen zich gieren rond het aas. Vanuit de verte kan met de gieren zien aanvliegen naar de plaatsen, waar zich dode of stervende dieren bevinden en binnen zeer korte tijd blijft er van de prooi weinig meer over dan een skelet

Openbaring hoofdstuk 20 : 1 t/m 6: Het Duizendjarig Rijk.

Openbaring 20 : 1, 2 en 3.
En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand;

en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren,

en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.

Inleiding.

De laatste hoofdstukken van de Bijbel gaan over onze verre toekomst en het is niet mogelijk om daar een volledig scherp beeld van te geven.Zeker, we hebben veel gegevens in de Schrift, maar ondanks dat zijn er heel veel vragen, waarop we geen antwoord kunnen geven.De verleiding om al maar bezig te zijn met de problemen over de toekomst is groot, maar we moeten voorzichtig zijn.
Veel is nog voor ons verborgen.

Met een voorbeeld willen we dit verduidelijken: stel, dat je een vraag zou mogen stellen aan vijf heiligen uit het oude verbond, bijvoorbeeld aan Abraham, Samuël, David, Jesaja en Daniël.

Je stelt hen deze vraag: kunt u me iets vertellen over de gemeente die door de Messias zal worden gesticht en die zal bestaan uit mensen van alle volkeren en talen?

Het antwoord van deze vijf mannen van God, die ieder op hun wijze een zeer nauwe relatie met Jahwe hadden, zou op deze vraag zijn: “Wij weten daar niets van. We weten wel, dat God een grote toekomst heeft voor het volk Israël en we weten ook, dat Abraham een vader van vele volken zal worden, maar van die gemeente, waar u naar vraagt, hebben wij nog nooit gehoord!”

Uit ervaring is bekend, dat de meeste christenen wat vreemd opkijken en over zo’n voorstelling van zaken niet zoveel nadenken. De meesten van ons komen nu eenmaal uit die kerkelijke kringen, die echt meenden op alle geestelijke vragen hét antwoord te hebben. Alles stond immers voor ons vast. We hadden voor alle problemen een antwoord.
Wij waren Gods volk en keken neer op anderen, die niet zo zuiver in de leer waren als wij…..
Voor ons had Israël geen toekomst meer. Wij waren het uitverkoren volk, het geestelijk Israël en het oude Israël had afgedaan…

(Een persoonlijke noot van Jan Rothuizen, met hulp van God de maker van deze studie over Openbaring:

Toen mij geestelijk kaartenhuis van zekerheden in elkaar stortte, was ik de wanhoop nabij.

Op een gegeven moment heb ik toen al mij kennis bij de Here God ingeleverd en stond er niets meer voor mij vast, behalve datgene, dat ik door het lezen van de Bijbel zou gaan ontvangen.
Langzaam maar zeker bouwde de heilige Geest door het lezen van het Woord mijn geloof op en heb ik mijzelf de regel opgelegd, om elke gedachte te funderen op het Woord en nooit iets voor zeker aan te nemen, als dat niet duidelijk door de Schrift wordt ondersteund door tenminste twee uitspraken.
Bovendien heb ik door deze geestelijke onderzoekingen de gewoonte aangenomen om op bepaalde vragen eenvoudig te antwoorden: “Ik weet het niet”.)

Hebreeën 13 vertelt ons, hoe de heiligen van het oude verbond door geloof hebben geleefd en dat zij slechts vanuit de verte, dus van grote afstand, iets hebben gezien van de toekomst.
Het is wel duidelijk, dat de discipelen van Jezus veel meer hadden ontvangen dan de oudtestamentische heiligen, maar toch blijkt, dat zij nog veel vragen hadden over de toekomst.

Enerzijds zegt Jezus wel tegen hen: “Zalig de ogen, die zien wat gij ziet. Want Ik zeg u: Vele profeten en koningen hebben willen zien, wat gij ziet, en horen, wat gij hoort en zij hebben het niet gehoord” Lukas 10 : 23 en 24.

Anderzijds hadden zij nog geen begrip van de plannen van God met de gemeente en hadden zij nog geen enkel idee, wat er in de toekomst zou gaan komen.
Zij vroegen Jezus zelfs vóor Zijn hemelvaart: “Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” (Handelingen 1 vers 6) en het heeft nog wel enige tijd geduurd, voordat zij hadden begrepen, dat “God van meet aan er op bedacht geweest is een volk voor Zijn naam uit de heidenen te vergaderen”. Handelingen 15 vers 14.

Zo kunnen we ook vandaag lang niet alles verklaren, wat God in de toekomst gaat doen, behalve datgene, wat Hij ons duidelijk zegt in de Schrift.

Waarom deze –nogal langdurige- inleiding?

Wel, de maker –met Gods hulp- van deze studie, Jan Rothuizen, meent, dat wij rekening moeten houden met mogelijkheden in de toekomst, die wij nu niet kunnen voorzien, net zo min als de aartsvaders dat in hún tijd konden en hij –Jan Rothuizen- vindt het verstandig dit te erkennen er rekening mee te houden. Vaak heeft deze Bijbelleraar op vragen over de toekomst eerlijk moeten zeggen: Ik kan daar geen goed antwoord op geven, want ik weet het eenvoudigweg niet….

Nu we met hoofdstuk 20 beginnen, moeten we dus voor ogen houden, dat we niet alle vragen kunnen oplossen, maar we zullen ons tevreden moeten stellen met wat de Bijbel wél duidelijk zegt.

God heeft dé sleutel van dé afgrond en daarbij denken we niet allereerst aan een metalen sleutel, maar aan de macht, die God heeft over deze afgrond.

De afgrond is een plaats, waarheen God vele demonen heeft verbannen en als zodanig is het een gevangenis. 2 Petrus 2 vers 4.
In hoofdstuk 9 hebben we gezien, hoe een zeer groot leger van demonen, onder leiding van Abaddon of Apollion, uit deze put kwam, om de mensen op aarde vijf maanden lang te pijnigen.
Het beest komt ook op uit deze afgrond. Openbaring 11 vers 7.
Hoofdstuk 17 vers 8 bevestigt dit.

In Lukas 8 vers 31 smeekte het legioen boze geesten Jezus om hen niet in de afgrond te werpen.

De afgrond, ook bodemloze put genoemd, is dus een geestelijke werkelijkheid en het wenselijk om niet te gaan fantaseren over de vraag waar deze put zich bevindt.

Er zijn verschillende boeken verschenen van mensen, die door “openbaringen en gezichten” ons uitvoerig vertellen, waar de afgrond is en hoe deze er uit ziet. Het is aan te raden om al deze zaken af te wijzen en je te houden aan de Schrift.
Veel van deze “openbaringen” hebben ook een geur van occultisme en brengen de mensen in verwarring.

Een machtige engel van God daalt neer uit de hemel en hij heeft het grote voorrecht en de macht ontvangen om de satan te grijpen, te binden en op te sluiten in de afgrond.

Vier namen worden hier genoemd van deze gevallen cherub: 1. De draak, 2. De oude slang, 3. De duivel en 4. De satan.

Er is dus maar één duivel, namelijk dé duivel, en de demonen of boze geesten kunnen we dus maar beter geen duivelen noemen.
Satan, afgeleid van satanas, betekent: tegenstander, vervolger, vijand.

Satan wordt in de afgrond geworpen, de afgrond wordt verzegeld en de aarde wordt bevrijd van de oorsprong van alle kwaad.
Er wordt hier niets vermeld over de boze geesten, de gevallen engelen, die samen met satan hebben gerebelleerd, maar we moeten toch ook wel aannemen, dat ook de demonen mét de satan worden opgesloten in de afgrond: er komt immers een duizendjarig vrederijk zonder de macht van satan en dat houdt in, dat ook de demonen, de gevallen engelen, van de aarde verwijderd worden.

Werd satan dan niet gebonden bij het kruis? We moeten toegeven, dat het vrij logisch is, dit te denken, maar het ligt toch anders: satan werd toen wel overwonnen, maar nog niet gebonden. In Gods tijdschema zal het binden van satan eerst plaatsvinden, als Christus de totale overwinning heeft behaald.

Daarom hebben we vandaag nog onze geestelijke strijd en mogen en moeten wij de boze overwinnen in onze geloofsstrijd.
Lees in dit verband: Efeziërs 6 : 10 – 12, 1 Petrus 5 : 8 en 9, Jakobus 4 vers 7.

De laatste tekst verzekert ons van de overwinning over alle duistere machten, mits wij er niet voor wijken en we overtuigd blijven, dat we door de heilige Geest, die in ons woont, de satan op de vlucht kunnen jagen!
Als alle christenen vanuit deze houding van overwinning zouden leven, wat zou het christendom dan vandaag een geweldige geestelijke macht zijn !

“…opdat hij de volken niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren”.

Alle misère komt oorspronkelijk voort uit de aanwezigheid van satan op aarde en hij is het, die verleidt tot zonde. Alle ellende, die we vandaag uitvoerig op de televisie zien, zijn werken der duisternis: volkeren en stammen, die elkaar afslachten, haat en nijd onder mensen, misdaad en zedenloosheid, diefstal en corruptie in vele vormen, ziekte en kwalen, het komt alles voort uit de oorspronkelijke zondaar, de satan, die een bondgenoot heeft in de oude Adam, die helaas in ieder van ons leeft…

"Daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten”.

Het is duidelijk, dat het duizendjarig rijk ook eens zal ophouden en bij de behandeling van de verzen 7 tot 10 zullen we zien, wat er dan allemaal zal plaatsvinden.

Zijn we nu echt zeker, dat deze periode duizend jaar gaat duren ? Het antwoord op deze vraag moeten we met de nodige voorzichtigheid benaderen:
Inderdaad kunnen we het getal 1000 als een symbolisch getal aannemen en dan zal het komende vrederijk dus een volledige volheid van jaren gaan duren. Vermoedelijk zal niemand hiertegen bezwaar inbrengen.
Zou dit getal ook letterlijk genomen kunnen worden?
Per slot van rekening wordt het getal 1000 in dit hoofdstuk maar liefst zes keer genoemd !
Volledigheidshalve moeten we dan ook vaststellen, dat het duizendjarig rijk alleen en uitsluitend in dit hoofdstuk genoemd wordt.

Terecht hebben oprechte leraren opgemerkt, dat het geen goede gewoonte is om een uitleg, een dogma, te bouwen op één Schriftgedeelte en daarom past ons wel de nodige bescheidenheid !

Anderzijds hebben we ook de nodige gronden om aan te nemen, dat het duizendjarig rijk ook inderdaad zo’n duizend jaar zal duren en we worden daarin gesteund door de volgende gedachtegang:
Bij God zijn duizend jaar als één dag. (2 Petrus 3 vers 8)
De tijdrekening van de heilsgeschiedenis wordt wel eens gesteld op een volledige week van zeven dagen, dus 7000 jaren, verdeeld als volgt:

a. 2000 jaren vóór de wet
b. 2000 jaren onder de wet
c. 2000 jaren ná de wet, gevolgd door
d. 1000 jarige sabbath, het 1000-jarig vrederijk.

De bovengenoemde drie eerste perioden hebben zeker niet precies 2000 jaren geduurd, wel ongeveer die tijd en daarom mogen we aannemen, dat het vrederijk ongeveer 1000 jaren zal duren.
Zeker, héél zeker staat wel vast, dat het vrederijk van Christus komt en gezien het boek Openbaring en de tijd, waarin we nu leven, mogen we alle reden hebben om de wederkomst van de Heer zeer spoedig te verwachten.
We kunnen elkaar echter geen enkele berekening of voorspelling van een datum geven en daarom moeten we elkaar aanraden ons elke dag gereed te houden voor de komst van de Heer !

Laat je nooit in met die predikers, die menen de komst van de Heer te kunnen voorspellen, want dat kan eenvoudig niet, écht niet ! Men kán dit niet berekenen, want Jezus zelf zegt: “Het koninkrijk van God komt niet zo, dat het te berekenen is!” Lukas 17 vers 20.
Overigens is het een raadsel te noemen, dat er toch telkens weer figuren opstaan, die tegen deze uitspraak van Jezus zondigen en je kunt er van op aan, dat het echt geen geringe zonde is !

Vers 4. En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.

Er is hier sprake van twee grote groepen:

De eerste groep neemt plaats op tronen en zij gaan oordelen, rechtspreken.
Bij een troon denken we terecht aan koningschap.

De tweede groep staat nu pas op uit de doden en het is verder duidelijk, dat deze tweede groep uit de grote verdrukking is gekomen.

De eerste groep zijn de gelovigen, die bij de opname gereed waren en die we reeds in hoofdstuk 4 hebben ontmoet als de 24 oudsten, die rondom de troon van God in witte klederen, met gouden kronen op hun hoofden zelf ook op tronen zijn gezeten.

Aan de opname van deze geloofsoverwinnaars is de opstanding van de overleden overwinnaars van oude en nieuwe verbond voorafgegaan.
Deze gehele groep wordt hier bedoeld en hier en nu worden zij aangesteld om de wereld te oordelen.

De tweede groep komt uit de grote verdrukking en we hebben ze al ontmoet in hoofdstuk 7 : 9 – 17 en hoofdstuk 14 : 14 – 16 en hoofdstuk 15 : 1 – 4.

Johannes ziet nu, dat al deze zielen, die in hoofdstuk 6 : 9 – 11 nog onder het altaar in de voorhof van de hemel waren, nu weer levend worden, dat wil zeggen, zij staan nu op uit de dood en ontvangen een nieuw lichaam.Dezelfde gebeurtenis wordt weer beschreven.

Zij allen zullen met Christus 1000 jaar lang regeren ofwel: heersen (In de grondtekst ontbreekt het gedeelte “als koningen”)

Kunnen we het duizendjarig rijk ook puur geestelijk verklaren? Veel theologen volgen de leer van Augustinus en Calvijn en daarom beweren zij, dat wij nu in het millennium, het 100-jarig rijk, leven.Vaak werd de chiliastische visie, het geloof in een echt duizendjarig rijk, belachelijk gemaakt door de kerk (Griekse chilioi = duizend)

Het geloof in het duizendjarig rijk is door alle eeuwen heen beleden door vele groepen, die door de officiële kerk vervolgd werden en het is opvallend, dat juist gedurende het tijdperk van Philadelphia het geloof in het millennium over de gehele wereld is gepredikt.
Vandaag geloven vrijwel alle volle evangelie- en pinkstergemeentes, evangelische- en charismatische gemeentes in een letterlijke verklaring van de Schrift wat betreft Openbaring 20.

Vers 5 en 6.
De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren.
Dit is de eerste opstanding.

Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.

De ongelovigen worden niet weer levend, niet opgewekt uit de dood. Zij worden weer levend na het duizendjarig rijk en zullen dan geoordeeld worden.

Wie de woorden “Dit is de eerste opstanding” eenvoudig leest, zoals het er staat, zou kunnen zeggen: er is dus maar één opstanding…. Maar zo staat het er niet. Een veel betere vertaling is: “Deze opstanding behoort bij de eerste opstanding”.

De eerste opstanding bestaat namelijk uit een aantal opstandingen, die allen bij de eerste, namelijk de opstanding ten leven, behoren. We denken hierbij aan:

a. De opstanding van de Heer Jezus Christus.
b. De opstanding van de oudtestamentische eerstelingen, die opstonden uit de dood, toen Jezus aan het kruis stierf. Matteüs 27 : 51 – 53.
c. Daarna komt de opstanding en opname van de nieuwtestamentische overwinnaars, gevolgd door:
d. De opstanding en opname van de gelovigen uit de grote verdrukking
e. Ook de opstanding en hemelvaart van de twee getuigen (zie Openbaring 11) behoort tot deze eerste opstanding, evenals
f. De opname van Henoch.

Deze allen hebben deel aan de eerste, de zalige opstanding en ontvangen onsterfelijkheid, want de tweede dood heeft geen macht over hen. Als priesters zullen zij duizend jaar lang met Christus regeren.

Hoe zal dat zijn en hoe ziet de wereld er dan uit?

Er is heel veel geschreven over het 1000-jarig rijk en natuurlijk is het heel goed om zich een Bijbelse voorstelling te maken van die tijd. Per slot van rekening zullen we zelf deze periode meemaken !

Wat we nu gaan schrijven over het millennium is slechts een indruk van het geheel: de werkelijkheid zal veel groter en breder zijn dan we ons nu kunnen voorstellen en we geven onze meningen onder het motto: “Maar indien het er iemand om te doen is, gelijk te hebben, wij hebben zulk een gewoonte niet en evenmin de gemeenten van God”. 1 Korintiërs 11 vers 16.

Hoe zal de wereld er uit zien bij het begin van het 1000-jarig rijk?

1. De wereldbevolking zal teruggebracht zijn tot veel minder dan de helft van nu.

We kunnen dit afleiden uit het feit, dat tijdens de grote verdrukking het vierde deel van de mensheid zal omkomen. Openbaring 6 vers 8. Er blijft van drie/vierde deel over en daarvan wordt een/derde deel gedood tijdens de oordelen. Openbaring 9 vers 18.
Er blijft nu nog slechts de helft over en ook dit restant zal door de vele plagen en oordelen zeer ver worden teruggebracht. Zie ook Jesaja 13 : 9 – 12. Vooral het laatste vers is heel duidelijk: “Ik zal de stervelingen zeldzamer maken dan gelouterd goud en de mensen dan fijn goud van Ofir”.
Dat de wereldbevolking voor een zeer groot gedeelte zal omkomen tijdens de dag des Heren bevestigen de profeten op vele plaatsen, te veel om op te noemen.

2. De gehele aarde zal totaal veranderd zijn.

Eilanden zullen in de diepte der zee verdwenen zijn; bergen zullen weggezakt zijn in de aarde. De wereldkaart zal er geheel anders uitzien, omdat grote gedeelten in de zee zullen zijn verdwenen en uit de oceanen zullen grote landstreken zijn opgerezen, mogelijk verschijnen er zelfs nieuwe continenten in de oceanen ! In elke geval moeten we ons een totaal andere wereld voorstellen. Openbaring 16 vers 20.

3. De aardas zal een andere stand krijgen, zodat er een totale klimaatsverandering zal komen.

Jesaja 24 : 1. “Zie, de Here ontledigt en verwoest de aarde, keer haar onderstboven en verstrooit haar inwoners”.

Jesaja 24 : 19 en 20. “De aarde barst geheel open, de aarde schudt hevig, de aarde wankelt vervaarlijk.
De aarde waggelt zeer als een beschonkene en zwaait heen en weer als een nachthut”.

Het gevolg daarvan zou zijn, dat er niet alleen een totale klimaatsverandering zal optreden, maar mogelijk ook een verandering van tijd.

Na het oordeel zal de Heer de aarde weer herstellen en omdat de stand van de aarde en de rotatie veranderd zijn, zullen deze veranderingen de nieuwe wereld van het millennium mogelijk maken:
De Dode Zee zal genezing ontvangen, doordat zij een uitweg ontvangt naar de Middellandse Zee of naar de Golf van Akaba.
De hele Jordaanslenk zal dus waarschijnlijk een heel stuk omhoog worden gebracht. Het laat zich aanzien, dat ook de slenk, zoals deze doorloopt in Afrika, niet dezelfde zal blijven.

De Grote Slenk is 6000 kilometer lang en loopt van de Jordaan tot de grote Afrikaanse meren. De vallei is voor een belangrijk deel opgevuld met vulkanisch materiaal, afkomstig uit extensie vulkanisme.
(Ctrl. + klikken voor link naar het onderwerp)

“Vissers zullen er langs staan van En-Gedi tot En- Eglaïm.
Het zal een plaats zijn, om de netten uit te spreiden en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk”. Ezechiël 47 : 1 – 12.

En-Gedi ligt vandaag op flinke hoogte boven de Dode Zee. Straks zal het een vissersplaats worden, waar de boten zullen aanmeren.

Hoe kan dat? We zien hier maar één mogelijkheid: de Jordaanslenk zal opgeheven worden!! De Dode Zee ligt nu 400 m onder de zeespiegel en wil de Jordaan een uitstroming krijgen naar de zee, dan moet de slenk minstens 800 m omhoog, want de slenkbodem van de Dode Zee is ongeveer 800 m beneden de zeespiegel !
Voor onze Schepper, die ook de Himalaya heeft geschapen, is dit vanzelfsprekend geen enkel probleem…
Dit is een voorbeeld, dat duidelijk uit de Schrift is af te leiden, maar er zijn nog veel meer vragen.

De stand van de aardas, zoals deze vandaag is, is ook vroeger anders geweest, wat ook duidelijk is aangetoond door de Joodse geleerde en vriend van Einstein, Velikovsky.

Hij grondt zijn overtuigend bewijs op het simpele feit, dat men in het hoge Noorden ingevroren mammoets vindt, die heel plotseling door de koude zijn overvallen. Dit laatste werd aangetoond door aan de sledehonden stukken ontdooid mammoetvlees te geven, wat zij als verse biefstukken verorberden !
De stand van de aardas is bepalend voor de klimaatzones op onze aarde en terecht veronderstelt men –het blijft dus bij een veronderstelling-, dat tijdens de zondvloed de aardas de stand van heden heeft gekregen.

Men leidt dit af uit Genesis 8 vers 22 en Genesis 2 vers 6.

De stand van de aardas zal in het millennium dusdanig zijn, dat woestijnen veranderen in vruchtbare velden en onbewoonbare gebieden bewoonbaar worden. De profeten hebben dit reeds lang geleden voorzegd. Jesaja 35 is daar een mooi voorbeeld van.

De onverdraaglijke tropische hitte zal plaatsmaken voor een weldadig klimaat. De koude poolgebieden zullen verander worden in vruchtbare streken met een rijke natuur, de extreme koude zal verdwijnen, want de aarde zal bevrijd worden van de vloek, zoals Romeinen 8 ons leert.

De gehele aarde zal vruchtbaar worden en niet langer vruchteloos zijn. De aarde zal bevrijd zijn van de vorst van deze wereld, de satan, onder wiens heerschappij de ganse schepping nu nog zucht in haar barensnood. Romeinen 8 : 18 – 23.

Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga
Het kind is niet dood
het kind heft zijn vuisten naar zijn moeder
die Afrika schreeuwt de geur schreeuwt
van vrijheid en heide
in de townships van het omsingelde hart

het kind heft zijn vuisten naar zijn vader
in de optocht van de generaties
die Afrika schreeuwen de geur schreeuwen
van gerechtigheid en bloed
in de straten van zijn gewapende trots

Het kind is niet dood
noch bij Langa noch bij Nyanga
noch bij Orlando noch bij Sharpville
noch bij het politiebureau van Philippi
waar het ligt met een kogel door zijn hoofd

Het kind is de schaduw van de soldaten
op wacht met geweren pantserwagens en knuppels
het kind is aanwezig bij alle vergaderingen en wetgevingen
het kind loert door de vensters van huizen en in de harten
van moeders
het kind dat alleen maar wilde spelen in de zon bij Nyanga is overal
het kind dat een man is geworden trekt door heel Afrika
het kind dat een reus is geworden trekt door de gehele wereld

Zonder pas(Uit 'Ik herhaal je', een biografie door Henk van Woerden over Ingrid Jonker en de vertaling van haar gedichten door Gerrit Komrij, uitgeverij Podium, 2000 - inmiddels 5e druk)

Bedenk wel, dat onze tegenwoordige maatschappij een product is van het rijk der duisternis, maar straks krijgen we een theocratie, een Godsregering onder leiding van onze Heer en God, de Heer Jezus Christus en u, jij en ik zullen met Hem regeren als priesters en koningen!

Vrede op aarde, ook in de natuur: geen aardbevingen meer, die duizenden slachtoffers kunnen treffen, geen natuurrampen meer, zoals verwoestende tornado’s of vloedgolven. Rust en vrede alom !

(Vervolg van week 48 van de punten, die weergeven hoe het 1000-jarig vrederijk er uit zal kunnen zien):

4. De regeringsvorm van het 1000-jarig rijk is de theocratie.

Lees Jesaja 2 : 1 – 5; 32 : 1 – 8; 35 : 1 – 10; Ezechiël 37 : 1 – 14 en vers 22.
Het heeft geen zin om alle teksten op te noemen, die over dit onderwerp gaan en je zult bij je persoonlijk Bijbellezen tientallen teksten tegenkomen, die hier betrekking op hebben.

Eén ding is zeker: alle soorten regeringen, die deze wereld heeft gekend, zullen verdwijnen: Nebukadnezar en Daniël hebben dit gezien: alle regeringsvormen, die in het beeld, dat zij zagen, zijn vertegenwoordigd, zullen ineenstorten en de steen, die het beeld verbrijzelt, wordt tot een grote berg, die de hele aarde zal vullen. Daniël 2.

Veel christenen denken, dat de democratie een door God gewilde regeringsvorm is en zeker is het een van de minst slechte vormen, maar de Bijbel leert overduidelijk, dat alleen de theocratie de enige echte goede regeringsvorm is.

De democratie heeft ook geen oplossingen voor de brandende kwesties in deze wereld en “dank zij” de vrijheid in onze democratie hebben we volop pornografie, prostitutie, homoseksualiteit en verdere smerige onzedelijkheid en allerlei misdaad en dit alles komt zelfs via de televisie onze huiskamer binnen !
De democratie ondermijnt ook de door God gewilde relaties, breekt het huwelijk en het gezin af en leidt de mensheid in de verkeerde richting, namelijk: van God af.

Het is heel wrang, maar waar: de democratie is een vruchtbare bodem voor de misdaad en in onze “vrije” wereld tiert de georganiseerde misdaad welig, zoals we ook zien in die landen, die nog slechts kort van onze democratische vrijheden “genieten”!

Ook de kerken en gemeenten, die op democratische wijze worden geleid, zien we vandaag in verval.Het is uitgesloten, dat een gemeente echt geestelijk kan blijven, als men handelt volgens de regels van de democratie: de meerderheid beslist dan, maar het is de vraag, of men op deze wijze Gods wil kan vinden. De praktijk bewijst het tegendeel.

Straks zijn we verlost van elke menselijke heerschappij en zal de wereld staan onder leiding van Messias Jezus Christus, de Koning der koningen en de Heer der heren.

Hoe zullen wij dan meeregeren? Welke plaats neemt het Joodse volk dan in naast de Gemeente?
We noemen slechts een enkele tekst, want anders zouden we de profeten van het oude testament allemaal moeten behandelen om alle feiten over het duizendjarig rijk door te geven. Openbaring spreekt ook slechts summier over dit onderwerp.

5. Jeruzalem zal het centrum zijn van de wereldregering.

Jesaja 2 vers 3. “Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem”.

Onder het oude verbond had men de wet en de profeten, het oude testament.
Nu, onder het nieuwe verbond, hebben we daarbij een nieuwe testament gekregen en straks zal Koning Messias de wereld bij het oude en nieuwe testament nog een nieuwe wet schenken !

6. David zal duizend jaar lang het volk Israël regeren

Ezechiël 37 vers 24. “En David, mijn dienaar, zal hun koning zijn, hun enige herder”.Ezechiël 37 vers 25. “En mijn dienaar David zal voor eeuwig hun vorst zijn”.

Het woord eeuwig heeft, geheel ten onrechte, in de loop der geschiedenis alleen de betekenis gekregen van eindeloos, maar naast de betekenis van eindeloos betekent eeuwig: aeonisch, ook: gedurende een bepaalde tijd.
Het woord “aeoon”: “eeuwigheid” moeten we meestal opvatten als een tijdvak. We komen hier later op terug.

David zal gedurende het tijdperk (de aeoon) van het duizendjarig rijk vanuit Israël regeren en vanzelfsprekend zal het Joodse volk dan ingeschakeld worden in de wereldheerschappij van de Koning der koningen Jezus Christus.
7. De plaats van de Gemeente

Dat het volk Israël een grote taak wacht in het millennium is voor ons wel duidelijk en hierover bestaat dan ook heel weinig verschil van mening, maar als het dan over de Gemeente gaat, zijn er veel volkomen verschillende theorieën.
We moeten daarbij wel bedenken, dat de Gemeente met Christus uit de hemel neerdaalt op aarde en alle leden van de Gemeente hebben een onsterfelijk en onverderfelijk lichaam ontvangen en leven dan al in een totaal zondeloze toestand.

Zij zijn ook niet meer onderworpen aan de aardse, natuurlijke wetten en kunnen zich verplaatsen op bovennatuurlijke wijze, zoals Christus na Zijn opstanding.

We moeten wel aannemen, dat de Gemeente een plaats krijgt in de hemel en eveneens op aarde, maar hoe dit zal zijn, weten we echt niet.

Over de positie van de Gemeente in het tijdperk van het duizendjarig rijk wordt veel verondersteld en gefantaseerd. Persoonlijk wordt de maker van deze studie –met Gods hulp-, Jan Rothuizen, bepaald niet blij van al die meningen, en de gemeenteleden, die zich te veel met deze verborgen zaken bezig houden, verliezen langzamerhand hun gezonde visie op hun taak in het heden.

Wij zijn in Christus geborgen, in Zijn volbrachte werk en met groot verlangen zien we uit naar de toestand en de taak, die in onze toekomst met Christus openbaar zal worden. Niemand kan nu al van die toekomst een volledig beeld geven.

Met grote blijdschap mogen we uitzien naar de geweldige verrassingen, die Christus voor ons heeft gereedgemaakt.

8. Sociale veranderingen.

Wij leven nu in een wereld vol onrecht: velen leven in ongekende rijkdom en anderen in onvoorstelbare armoede.
Hebzucht is een demonische macht en helaas wordt dit ook door christenen te weinig beseft.

De vroegere Billy Graham is één van de goede voorbeelden, dat het ook voor een zeer bekend evangelist mogelijk is om vrij te blijven van de demon van hebzucht: zijn salaris en zijn vergoedingen stonden vast en hij was volkomen tevreden met zijn middelmatig inkomen in scherpe tegenstelling tot de “grote” mannen van God, die op slinkse wijze zich verrijken ten koste van argeloze gelovigen.
Straks is ook dit alles voorbij !
Er zal een eerlijke verdeling zijn en ieder zal zijn deel ontvangen van de rijkdommen van deze aarde.

Om een duidelijke indruk hierover te krijgen, moeten we eens de tijd nemen om Jesaja 35 en Jesaja 65 vanaf vers 17 te lezen.

9. Geestelijke veranderingen.

De satan wordt in de afgrond geworpen en kan de volkeren niet meer verleiden tot oorlog of afgoderij, want de gehele wereld zal dan echt weten, dat er maar één God is en dat de Here Jezus Christus de enige rechtmatige bezitter is van deze wereld.
Ezechiël spreekt uitvoerig over Jeruzalem als het centrum de aarde en de nieuwe tempel als het geestelijke wereldcentrum.Vele vragen komen bij ons op, als we deze hoofdstukken lezen !

Het best is eenvoudig aan te nemen, dat te zijner tijd al deze vragen opgelost zullen zijn.

Er wordt nogal eens geschreven over de toekomstige tempel.
Het graniet zou al jaren klaar liggen in Italië ! (Dit verhaal is al zeer oud !!)
De rotskoepel en de El Aksa -moskee moeten weg !
Een Australische gelovige meende indertijd God te moeten helpen en probeerde de El Aksa-moskee in brand te steken!

Een gelovige vrouw kreeg (“van de Heer!”…) de opdracht om zeven dagen lang zeven keer rond de Rotskoepel te lopen en dan zou bij de laatste omgang de Rotskoepel in elkaar vallen, zoals de muren van Jericho !

De psychiaters in Jeruzalem kunnen ons heel wat staaltjes van christelijke godsdienstwaanzin vertellen ! Helaas !!

Wat de tempel betreft: de eerste tempel, die gebouwd gaat worden, wordt als regel aangeduid als de “tribulation temple”, de tempel, die op een heuvel bij Jeruzalem gebouwd zal worden en er zal zijn gedurende de grote verdrukking.

De tempel, die later, in het begin van het millennium, na de wederkomst van Christus, gebouwd gaat worden, zal inderdaad op de tempelberg gebouwd worden en velen hebben Jan Rothuizen tijdens de Bijbelstudies dan onmiddellijk de vraag gesteld: “Maar hoe kan dat nu? Op de tempelberg staat de Rotskoepel en de El Aksa moskee !
Het is opvallend, dat bepaalde mensen dolgraag zouden willen zien, dat de Heer op een of andere manier met groot geweld de moslims van de tempelberg verwijdert en dat dan met groot hemelvuur de koepel en de moskee worden vernietigd…

Het is geen gezonde zaak, als men zich zo met de toekomst bezighoudt en daarom zou het antwoord moeten zijn: als Jezus komt, zullen de moslims zich bekeren, want Jezus zal hen bevrijden van hun valse religie en dan zullen hun leiders de Heer komen verzoeken of ze zelf de Rotskoepel en de El Aksa moskee mogen afbreken om zo ruimte te maken voor de nieuwe tempel…
(…het spijt Jan Rothuizen te moeten erkennen, dat zijn “oplossing” door sommigen niet erg gewaardeerd wordt…)

Zeker is, dat alle volken zullen komen om in Jeruzalem te aanbidden. Zacharia 14 geeft ons een duidelijke indruk over deze zaak en door vaak de profeten te bestuderen, krijgen we een steeds duidelijker beeld, maar het is niet mogelijk om alle bijzonderheden zo in elkaar te passen, dat we alles nu al weten over het millennium. “Gij zult het later verstaan”.

Openbaring 20 : 7 – 10.
En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.

Het vrederijk eindigt op een alles behalve vredige wijze, namelijk met een afschuwelijke geestelijke strijd !
We vragen ons af, waarom de satan en met hem zijn gevallen engelen, weer een kans krijgt om de aarde te infiltreren met zijn duivelse invloed.

We moeten, om het antwoord te vinden, niet vergeten, dat het duizendjarig rijk nog lang geen hemel op aarde is.
Ook al zullen de volkeren zich onderwerpen aan de Godsregering vanuit Jeruzalem, dan wil dit nog niet zeggen, dat zij dit van harte doen !

In het vrederijk is de satanische macht aan banden gelegd, maar de mens heeft toch nog zijn oude natuur.
Wedergeboorte is absoluut noodzakelijk om echt de Heer te dienen. De mens is ook in het millennium persoonlijk verantwoordelijk voor zijn keus.

Jesaja 65 : 17 – 25 leert ons, dat er een tijd zal komen, waarin de zuigelingensterfte niet meer zal voorkomen en iedere grijsaard zijn tijd zal volmaken.

Dit hoofdstuk spreekt van een honderdjarige jongeling en van een zondaar, die pas op de leeftijd van honderd jaar door de vloek zal worden getroffen.
Het millennium is dus niet de volkomen heilstaat, want de zonde en de dood zijn nog niet totaal overwonnen.

Als de generatie, die in het begin van het vrederijk binnengaat, geheel overleden is, zullen de volgende generaties, die het verleden niet hebben meegemaakt, weer meer gaan luisteren naar hun eigen zondige hart en velen zullen zich op schijnheilige wijze onderwerpen.
"...vreemden veinsden onderdanigheid tegenover mij..." (Deuteronomium 33 : 29, 2 Samuël 22 : 45, Psalm 18 : 45)

De satan wordt dus weer losgelaten aan het eind van deze duizendjarige aeoon ! Hij zal de volkeren uit alle vier windstreken verleiden, dat wil zeggen in de verkeerde richting leiden, in plaats van náár de Here God dus tégen de Here God.

Ongetwijfeld zullen de volkeren der aarde innerlijk verscheurd worden en omdat alle demonische machten nu een laatste kans krijgen om zich te manifesteren, zal in de laatste periode van het vrederijk een geestelijke strijd ontstaan, waar we ons geen idee van kunnen vormen.

Gog en Magog worden al genoemd in Ezechiël 38 en er is over hun betekenis heel veel geschreven, té veel zelfs, want door de geschiedenis zijn de meeste uitleggingen al lang achterhaald.

Vóór het duizendjarig rijk zullen Gog en Magog optrekken tegen Jeruzalem en steeds meer veronderstelt (!) men, dat de islamitische machten via Syrië, dus uit het noorden, Israël zullen binnenvallen.
Ná het vrederijk zal het echter anders zijn: vanuit alle hoeken der aarde zullen de volkeren optrekken tegen Jeruzalem !

Het Jodendom ziet in deze beide figuren, Gog en Magog, en dat zeer terecht, geen twee staten, maar allereerst twee Godvijandige- en daarom ook antisemitische machten.
Openbaring bevestigt dit, want Gog en Magog blijken volkeren van over de gehele aarde te verzamelen in hun opstand tegen de regering van Koning Jezus Christus.
Het is goed nog eens in herinnering te brengen, dat de wereld van het millennium niet te vergelijken is met de huidige wereld. Het oordeel van God heeft het aanzien van de aarde dan totaal veranderd. Daarom moeten we ons niet te veel verdiepen in details, maar eenvoudig kennis nemen van wat de Schrift zegt: Gog en Magog vervullen een zelfde functie als de antichrist en de valse profeet in de tijd van het oordeel vervulden.

Wat de Schrift ons nu verder meedeelt, is heel kort en krachtig: er daalt vuur neer uit de hemel en al Gods vijanden, Gog en Magog, de satan en alle gevallen engelen worden in één keer door het vuur verslonden !

Op de aarde blijven alleen die mensen over, die zich niet hebben ingelaten met Gog en Magog en aangezien het menselijk geslacht zich in het vrederijk weer volkomen heeft uitgebreid, begint de hierop volgende nieuwe wereld met een beproefde wereldbevolking, een bevolking, die totale genezing naar ziel, geest en lichaam zal ontvangen. In hoofdstuk 22 komen we hierop terug.

Heel sober wordt ons nu meegedeeld, dat de duivel, de satan, geworpen wordt in de poel van vuur en zwavel, het brandende zwavelmeer.Ook het beest, de antichrist dus en de valse profeet zijn daar.
Zij hebben reeds 1000 jaar lang in het brandende zwavelmeer geleden en we mogen veronderstellen, dat de duivel, de satan, die deze 1000 jaar in de afgrond heeft doorgebracht, eveneens gestraft zal zijn geweest en ook geleden heeft.

Hoe moeten we deze dingen nu voorstellen?Vooral in de middeleeuwen heeft men op onverantwoorde wijze zich een beeld gevormd van de poel van vuur en zwavel.Men heeft daarbij veel steun gehaald bij de Griekse mythologie en de arme mensen van die tijd werd grote angst bijgebracht in plaats van dat men hen de onvoorstelbare grote liefde van God heeft aangeboden.

WIJ ZOUDEN ONS , NU DE KOMST VAN DE HEER JEZUS ZO DICHTBIJ IS, VEEL MEER MOETEN BEZIGHOUDEN MET BIJBELSTUDIE OM ZO ONS GEESTELIJK LEVEN TE VOEDEN MET WAT GOD ZEGT EN BELOOFT !

Is het geen teken aan de wand, dat er een afnemende vraag is naar Bijbelstudie en een afnemende belangstelling voor het excentrieke?!
Telkens moeten we ons afvragen: wat voor nieuws zal er nu weer komen en het is verbazingwekkend, hoe men onbijbelse verschijnselen probeert te verklaren door kromme uitleg.
We herhalen de vraag: hoe moeten we deze dingen voorstellen?
Wat moeten we denken bij de poel van vuur en zwavel?
Het antwoord luidt: niet meer en niet minder dan wat de Bijbel hier zegt, namelijk een toestand, waarin de goddeloze machten buiten de genade en de tegenwoordigheid van God worden geplaatst en daarmee letterlijk en figuurlijk in een situatie van pijn komen.

Waar is dat dan?
Antwoord: de Bijbel zegt ons hier niets over de locatie.

Zij worden gepijnigd in alle eeuwigheden !Letterlijk staat hier: zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot de eeuw van de eeuwen, of: anders gezegd: tot het eind van alle tijdperken, het eind van alle aeonen, het eind van de tijd.

Openbaring 20 : 11 – 15. Het laatste oordeel.

“En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten en geen plaats werd voor hen gevonden.En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon en er werden boeken geopend.En nog een ander boek werd geopend, het boek van het leven.En de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.En de zee gaf de doden, die in haar waren en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken.En de dood en het dodenrijk werden in de poel van het vuur geworpen. Dat is de tweede dood, de poel van het vuur.En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek van het leven, werd hij geworpen in de poel van het vuur".

We zijn nu gekomen bij een Bijbelgedeelte, waarover nogal wat verschil van mening is.
Het hele scala van meningen kunnen we plaatsen tussen twee uitersten, die beiden geheel onbijbels zijn.

De eerste mening gaat ongeveer als volgt:
Alleen de mensen, die uitverkoren zijn, zullen in het laatste oordeel vrijgesproken worden en dat zijn er maar weinigen, want Jeremia 3 vers 14 zegt: “Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord van de Heer, want Ik ben Heer over u.
Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht en u brengen te Sion en Ik zal u herders naar mijn hart geven, die zullen u weiden met kennis en verstand”.

Verbind dit tekstgedeelte met de totaal onbijbelse uitleg van de uitverkiezing en ziedaar: tienduizenden in Nederland gaan iedere zondag twee keer naar de kerk om daar te vernemen, dat ze voor eeuwig verloren gaan, als God niet ingrijpt in Zijn uitverkiezende genade !!
Let wel: dit betreft fijne mensen, die nauwgezet leven en op wie in de regel niets is aan te merken…maar…als je ze vraagt of ze behouden zijn, krijg je als antwoord: “Ja maar, meneer, dat gaat zo maar niet!”
Deze mensen geloven de Bijbel van kaft tot kaft en verdedigen Gods Woord met alle macht. Ze twijfelen geen moment aan het geïnspireerde Woord, maar hun ogen zijn verblind, zodat ze het heerlijke, rijke Evangelie niet zien.

Hun mening over het laatste oordeel is in grote lijnen als volgt: als iedereen voor de grote, witte troon van God moet verschijnen, worden alleen de uitverkorenen zalig en alle anderen worden in de “hel” geworpen om daar voor “eeuwig” in de vreselijkste pijnen voort te leven !
(Lees daar bijvoorbeeld over in de deels autobiografische roman van Jan Siebelink “Knielen op een bed violen”, uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 2005, ISBN 90 234 16651; zelf noem ik de inhoud van het boek : “Siebelink’s “strijd tegen een beklemmend geloof…”; Siebelink: …”Dit land gaat door de schuld van het calvinisme zeer bezwaard door het leven".)

Volgens deze leer gaan alle heidenen zonder meer naar de “hel” en eveneens alle kleine kinderen, die niet “gedoopt” (besprenkeld) zijn en verder zelfs alle mensen, die nog nooit van hun leven de naam van Jezus hebben gehoord en ook alle trouwe kerkgangers, die rotsvast geloven in het Woord van God, maar die “helaas niet uitverkoren zijn”…

Het komt zelfs voor, dat de predikant eist, dat de baby de zondag na de geboorte “gedoopt” moet worden, ook al kan de moeder er niet bij zijn.
Er wordt dan gezegd: “Je weet maar nooit, wat er kan gebeuren!”
Wat een vreselijke en pijnlijke onzin !
Als een kind sterft en het is niet besprenkeld, zou het voor eeuwig en altoos in de “hel” branden ! Hoe kan iemand in vredesnaam zoiets bedenken !

Lieve broeder en zuster: na bijna 2000 jaar christendom zijn er in ons land nog duizenden die zo leven en denken en als u en jij ook besmet bent met deze leringen, dan smeek ik u/je in de naam van de Heer Jezus Christus om al uw/je traditionele Bijbel”kennis” eens een tijdje opzij te zetten en helemaal opnieuw te gaan geloven in het Woord van God:

Alzo lief heeft God de wereld (en dus ook u, jou en mij) gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een IEDER die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”. Johannes 3 vers 16.

De redding begint niet met het feit, dat u/jij een zondaar bent, maar begint met het absoluut vaststaande feit, dat God van u/je houdt ! Hij houdt echt van u/jou en Hij wil niets liever dan dat u/jij via Jezus Christus in levend contact met Hem komt!

Begin nu eerst eens te danken, dat God u/je liefheeft en dat Hij Zijn Zoon al bijna tweeduizend jaar geleden VOOR U/JOU HEEFT LATEN LIJDEN AAN HET KRUIS !

Buig uw/je knieën, geef Hem uw/je hart en neem Hem als uw/jouw Redder aan. Accepteer Hem ! Laat Hem toe in uw/jouw leven !
Jezus zegt: “Komt allen tot Mij en Ik zal u/jou rust geven”.

We zijn bezig met het laatste oordeel en hopelijk is het nu wel te begrijpen, dat het een valse leer is om zo maar zonder meer alle mensen, groot en klein, schuldig of volmaakt onschuldig, tot in alle eeuwigheden te verdoemen…

LATEN WE WéL WEZEN: ZO KUNNEN U/JIJ EN IK DIT SCHRIFTGEDEELTE OVER HET LAATSTE OORDEEL, DAT WE NU BEHANDELEN, NIET BENADEREN.DE WERKELIJKHEID EN DE WAARHEID KUNNEN ZO NIET ZIJN. DEZE LERING IS GEBOUWD OP VERKEERDE SCHRIFTUITLEG.

Om wat verder op deze zaak in te gaan, hier nog enkele andere voorbeelden:

Algemeen bekend is, dat saddhoe Sundar Singh door een openbaring van Jezus Christus tot geloof is gekomen op de leeftijd van ongeveer 16 jaar. Hij had een zeer vrome hindoe moeder, die elke morgen vroeg lange tijd tot God bad, voor zij aan het huishouden begon.

Zij is echter als hindoe gestorven en later vertelde Sundar in een grote opwekkingsbijeenkomst in Londen over haar geloof in God, haar trouw in haar gebeden en haar onberispelijke wandel.
Hij zei onder andere in zijn prediking: “Als ik straks naar de hemel zal gaan, zal ik daar mijn moeder bij Jezus ontmoeten”.
Na de dienst werd hij aangesproken door een broeder, die hem ernstig berispte: “Hoe kunt u nu zoiets zeggen? Uw moeder was geen christin en is dus voor eeuwig verloren in de hel”.

De reactie van Sundar Singh was heel heftig en zeer verontwaardigd antwoordde hij: “Als mijn moeder in de hel is, zal ik Jezus vragen of ik naar toe mag gaan om bij haar te blijven!”
De Engelse broeder begreep hier hélemaal niets van, schudde zijn hoofd en ging in uiterste verwarring naar huis.
Hoe kan nu een prediker, die Jezus zo indringend verkondigt, zóiets zeggen, moet hij gedacht hebben…

Een tweede voorbeeld: een jongeman op Ambon kwam na de dood van zijn boeddhistische vader tot levend geloof in Jezus en nu jaren later gaat hij terug naar Indonesië om onder andere het graf van zijn vader te bezoeken.
Recht op de man af, vroeg ik hem: “Hoe denk je nu over de bestemming van je vader?”Het antwoord was klaar en duidelijk: “Mijn vader wordt geoordeeld naar zijn geweten, zoals Paulus duidelijk zegt in de Romeinenbrief”.Romeinen 2 : 12 – 16. “De mensen die de wet van God (=ook: Gods Woord) niet kennen, gaan verloren zonder dat er naar de wet verwezen wordt. En de mensen die de wet van God wel kennen, worden door de wet veroordeeld. Om voor God vrijuit te gaan, moet u doen, wat Hij wil, of u Zijn wet kent of niet. Hoewel er veel volken zijn die de geschreven wet van God (= ook: de Bijbel) niet hebben, doen die van nature toch wat God wil. Daaruit blijkt, dat zij weten wat goed en kwaad is. De wet van God staat in hun hart geschreven. Hun geweten vertelt hun, wat zij moeten doen: óf hun gedachten klagen hen aan, óf hun gedachten spreken hen vrij.Dit is het goede nieuws, dat ik, Paulus, breng: Er komt een dag, dat Jezus Christus in opdracht van God Zijn oordeel zal uitspreken over het verborgen leven van mensen, over hun diepste gedachten”….(Het Boek)

Een derde voorbeeld, dat Jan Rothuizen beschrijft uit de tijd, dat hij als Bijbelleraar in India werkte: ….”In India, waar het wemelt van de mensen, vroeg ik aan Abraham Samuel: “Abraham, vertel me nu eens eerlijk: zijn al deze miljoenen nu straks allemaal verloren?”
Deze bedachtzame broeder en dienstknecht van God, die zoveel mensen tot Jezus heeft gebracht, antwoordde zonder aarzeling: “Zij zullen naar hun geweten worden geoordeeld, maar zolang zij zich niet tot Jezus bekeren, zullen zij niet bij de Gemeente behoren, maar bij de volkeren, die genezing zullen ontvangen”. Openbaring 22 vers 2. “Midden op haar straat (= in het nieuwe Jeruzalem) en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalf maal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren”.

Een vierde voorbeeld: Vlak na de tweede wereldoorlog woonde Jan Rothuizen een lezing bij over de Islam en de feesten in Mekka door de Nederlandse oud-ambassadeur in Saöedi Arabië.
Met behulp van prachtige dia’s vertelde hij over de miljoenen pelgrims, over hun gebeden, hun vasten en hun godsdienstige opvattingen.

Ofschoon we niet moeten vergeten, dat God ook het volk van de moslims zegent door de geboorte van Ismaël, als eerste zoon van Abraham, is de Islam de grootste en gemeenste uitvinding door de duivel en de grootste tegenstander van het Evangelie !!

Dit stelt Jan Rothuizen eerst even vast om het volgende te vertellen:
Aan het eind van de dia-avond ging de ambassadeur, een zeer overtuigd christen, in op het grote probleem, dat in het hart van een christen opkomt, als hij al die duizenden moslims ziet knielen…

Zouden al die duizenden nu straks allemaal verloren zijn en tot in alle eeuwigheden moeten lijden? Ook zij, die in alle opzichten leven naar de wet, die God in hun hart heeft geschreven? Zie Romeinen 2 : 14 – 16 hierboven !

In diepe bewogenheid zei deze ambassadeur: “Ik geloof in een God, die ook deze mensen liefheeft en mijn hart zegt mij, dat God rechtvaardig zal oordelen, maar ik weet niet hoe…”

Het vijfde voorbeeld. De zeer hoog geachte zendingstheoloog, professor dr. Joh. Verkuyl (ik liep eind 60er jaren als “kwekeling” stage bij zijn dochter -Ankie- in de klas…. J.W…)zegt in zijn boek “De kern van het christelijk geloof”, dat één ding in ieder geval vast moet staan, “namelijk, dat de voorstelling omtrent eeuwige, altijd durende straf en verdoemenis niet stamt uit het evangelie, maar uit bepaalde Griekse voorstellingen en de middeleeuwse uitwerking daarvan” (pag. 457/458)
Jan Rothuizen en ik, Jan Willem, raden iedereen aan dit laatste hoofdstuk van dit boek eens ernstig te bestuderen. Professor Verkuyl heeft protestants Nederland een bijzonder grote dienst bewezen door zo openlijk over deze problematiek te schrijven !

Lijnrecht tegenover de uitverkiezingsleer en de leer van de eeuwige verdoemenis staat de leer van de alverzoening.
Deze leer zegt in grote lijn: uiteindelijk worden alle mensen zalig en er zijn zelfs leraren, die geloven, dat de satan en zijn trawanten eveneens gered zullen worden.

Het is toch wel ernstig, als een prediker tijdens zijn preek heel enthousiast uitroept: “Wat een feest zal het zijn, als we straks samen met Hitler, Nero en Judas zullen buigen voor de troon van de Heer !”

Dit is geen verkondiging van het Woord, maar een verkrachting van het Woord !

Deze alverzoening kunnen we onmogelijk met het Woord bevestigen. Wel degelijk zullen zondaren voor altijd verloren gaan: het is echter de vraag, wat we onder “verloren gaan” verstaan en wat de Bijbel nu eigenlijk bedoeld met het begrip “eeuwig”.

Het begrip eeuwig is niet eenvoudig te omschrijven, maar met de volgende gedachtegang kunnen we elkaar helpen:
God is de Schepper van hemel en aarde, maar ook de schepper van de tijd.
In Hem is geen heden, verleden of toekomst, zoals bij ons. Hij is niet onderworpen aan tijd, zoals wij.
Vóór de schepping en dus vóór de tijd was God.
De oorspronkelijke schepping van hemel en aarde, Genesis 1 vers 1, moeten we ons een zeer lange tijd geleden voorstellen.

De wetenschap spreekt van miljoenen jaren en heel veel christenen hebben daar groot bezwaar tegen, echter geheel ten onrechte !

De kloof tussen geloof en wetenschap zit niet in de tijdsduur, maar in het verschil van opvatting over evolutie en het Bijbelse geloof in de schepping.

Wij geloven in God de Schepper van het heelal en niet in een ontwikkeling, een evolutie, die uit zichzelf is ontstaan.

Toen God met de schepping begon (scheppen = barah = iets maken uit niets) begon de tijd en brak de eerste aeoon, het eerste tijdperk, aan. Aeoon wordt vertaald met eeuw, eeuwigheid, tijdperk, bedéling en soms ook met wereld.

De volgende aeoon brak aan met de val van Lucifer en duurde, totdat God de aarde ging herstellen. Genesis 1 vers 3 e.v. en daar staat geen barah, maar asah, dat maken of herstellen betekent.

Het volgende tijdperk begon met de zondeval en de daaropvolgende aeoon vangt aan met de zondvloed.
Met de roeping van Abraham vangt het tijdperk voor Israël aan en op de pinksterdag de aeoon van de Gemeente of de Kerk.

Daarna komt het millennium en na het oordeel komt het tijdperk der vervolmaking en tenslotte, wie weet ná hoeveel vele, vele eeuwen zal God alles in allen zijn geworden en worden wij allen die geloven, opgenomen in de goddelijke tijdloosheid aan het eind van alle aeonen, aan het eind van alle eeuwigheden, aan het eind van de tijd. 1 Korintiërs 15 : 28. “…Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen”.

Wij geloven, dat de oorspronkelijke schepping door de val van Lucifer een chaos is geworden en dat God de aarde heeft herschapen in zes dagen, waarbij het begrip dag, zoals het Hebreeuws het aanbiedt, vast en zeker ook als een tijdperk kan worden opgevat, zoals bijvoorbeeld de dag des Heren, de tijd van het oordeel.

Tussen Genesis 1 vers 1 en vers 2 ligt een eeuwigheid, een aeoon, wat we kunnen afleiden onder andere van Jesaja 14 en Ezechiël 28.
Genesis 1 vers 2 luidt: “De aarde nu werd woest en ledig…”“Hayah” wordt het gehele Oude Testament bijna altijd vertaald met “werd” en niet met “was”!

De volgende voorstelling kan ons helpen om uit ons benauwde denken te komen: tijdens de lessen in de gemeenten en op het Biblecollege in India tekende Jan Rothuizen op het bord een toren met een spitse punt.
Zijn redenering ging als volgt: stel…dit is een toren van 100 m hoog en deze toren stelt de tijd voor.
Het begin van de schepping begint op de bodem van de toren. Het topje van de punt is de dag van vandaag.
We hebben dus een lange tijdlijn vanaf de schepping tot nu.
Zeg me nu eens: op welk punt van deze 100 m plaatsen jullie Adam en Eva?
De antwoorden variëren van 10 m vanaf de grond tot 10 m vanaf de top.

Het antwoord op de vraag brengt altijd grote verwondering en bij velen ook verwarring !
Het antwoord luidt namelijk: als ik een postzegel bovenop de spits leg, zitten Adam en Eva tegen de onderkant van de postzegel en wij op de bovenkant !
In de tijd gemeten leefden Adam en Eva slecht een flinterdunne tijdsafstand van ons vandaan.

Wat de tijd aangaat, moeten we heel erg groot durven denken en zeker nu we de laatste hoofdstukken van Openbaring enigszins willen doorgronden, moeten we beseffen, dat we inderdaad over eeuwigheden, aeonen, spreken.

We hebben onze gedachten laten gaan over de twee uitersten, de alverzoening en de eeuwige verdoemenis en nu zullen we nader ingaan op dit Schriftgedeelte, hoofdstuk 20 : 11 – 15 en in gedachten houden, dat de betekenis en uitleg van deze teksten moet worden gevonden tussen deze beide uitersten.

Johannes zag een grote witte troon en degene, die op de troon zat. God zit op deze troon; God, dat wil zeggen, Vader, Zoon en heilige Geest.
In zeer weinig woorden wordt gezegd, dat de hemel en de aarde wegvluchtten voor het aangezicht van God en er werd “geen plaats voor hen gevonden”.
De aarde, die door de zonde is aangetast en de hemel, die ook door de zonde besmet is, verdwijnen in het niet !
Zij worden volkomen uitgedelgd, vernietigd !
Er voor in de plaats komen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Het paradijs van God, de derde hemel, de plaats, waarheen alle gelovigen van alle tijden zijn verzameld, blijft als voorportaal van de nieuwe hemel over.
Dit is de inleiding tot het laatste oordeel. Ná dit oordeel is volkomen afgerekend met de zonde.

Wie worden nu geoordeeld?
In elk geval niet de gelovigen van vóór het duizendjarig rijk, want die zijn allen reeds voor de rechterstoel van Christus geopenbaard, dat wil zeggen: Christus heeft iedere gelovige in zijn ware geloofsgedaante “ontdekt”, onthuld”.

We kunnen ons dat als volgt voorstellen: Iedere gelovige verschijnt voor Christus en al zijn of haar werken worden voor Christus opgestapeld. Dan reinigt Christus al deze werken met vuur, en alle hout, hooi en stoppelen zullen verbranden, maar het goud, zilver en kostbaar gesteente blijft over en iedere gelovige wordt zo beloond en geopenbaard naar zijn werken.

Lees hiervoor ook de volgende teksten: Romeinen 14 vers 10 en 2 Korintiërs 5 vers 10.

De beloning, die de gelovige ontvangt, weerspiegelt dus zijn geloofsleven, zoals we al in hoofdstuk 19 vers 8 hebben gezien.

De toegang echter tot het koninkrijk van God is puur op grond van genade en deze genade ontvangen wij op grond van Gods liefde en het offer van Christus.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat er dus een verschil van 1000 jaar zit tussen de rechterstoel van Christus vóór het millennium en de grote witte troon ná die periode.

Met zeer grote voorzichtigheid kunnen we nu iets zeggen over dit eindoordeel.
De gangbare mening is als volgt:Alle doden worden hier veroordeeld op grond van hun werken, zodat God als de rechtvaardige Rechter aan Zijn recht komt, als Hij alle doden voor eeuwig verdoemt in de hel.
Maar dit staat niet in de tekst !

Deze mening is absoluut niet gegrond op het Woord, maar stamt uit het heidendom, de Griekse mythologie, en vooral in de Middeleeuwen heeft de kerk deze heidense besmetting gebruikt om haar macht over de leken te versterken en tot op de dag van vandaag werkt deze mythologische invloed door in de theologie.

Uit dit Schriftgedeelte blijkt, dat alle gestorvenen van alle eeuwen, voor zover zij niet tot de Gemeente van Oude en Nieuwe Testament behoorden, deel hebben aan deze opstanding ten oordeel.

Men mag vooral niet uit het oog verliezen, dat God de Gemeente een heel bijzondere plaats heeft toebedeeld en dat de Gemeente hét uitverkoren instrument is, waardoor God Zijn plannen in de komende eeuwen (eeuwigheden, aeonen, tijdperken) gaat uitvoeren !
De Gemeente staat dan ook geheel buiten de opstanding ten oordeel.

Nu mag het woord oordeel ons niet misleiden ! Het betekent zeker niet bij voorbaat veroordeling.

Er worden, naast het boek van het leven, nog een aantal boeken geopend en de doden worden geoordeeld op grond van hetgeen van hen in deze boeken staat opgetekend.
De gelovigen, die tijden het millennium zijn gestorven, staan in het boek van het leven en zijn behouden.
Moeilijker is het om nu te zeggen, waarom er nog andere boeken zijn !

De oplossing zullen we moeten zoeken in de volgende richting:Vanaf de zondeval tot dit oordeel is er een geleidelijke ontwikkeling geweest van het geloof.
Het geloof begon met de moederbelofte: “Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw”. Genesis 3 vers 15.

Ontegenzeggelijk zal iedere weldenkende gelovige moeten toegeven, dat het geloof vanaf het begin een zeer grote evolutie heeft doorgemaakt. Het geloof van Abel en Noach is in principe wel van hetzelfde karakter als ons geloof, maar in vele opzichten ook geheel anders: zij hadden geen geschreven Woord, geen tempel of tabernakel en ook geen wetten !Zij stelden hun geweten onder het gezag van Gods leiding en lieten zich daardoor leiden.

Dit tijdperk van Abel tot Noach wordt wel eens de eeuw, de aeoon, van het geweten genoemd. Voor die bedéling geldt bij wijze van spreken een ander wetboek van strafrecht dan in de bedéling van de wet, de periode van Abraham en het volk Israël tot aan het kruis.

Mozes en de profeten waren in die aeoon de gidsen tot zaligheid ! Lukas 16 : 19 – 31 met in het bijzonder vers 29.Het laat zich heel goed indenken, dat in het oordeel voor Israël het wetboek van strafrecht bestaat uit de Wet en de Profeten.

Paulus maakt ons in de Romeinenbrief duidelijk, dat er heidenen zijn, die “van nature doen, wat de wet gebiedt”. Romeinen 2 : 14 – 16.
Zij vallen vanzelfsprekend weer onder een andere bedéling dan bijvoorbeeld een lid van een kerk of gemeente van nu. En wat te denken van al die miljoenen kinderen, die heel jong zijn gestorven?
Zullen die ook niet in een apart boek staan?!

Vers 15 leidt ons dan verder tot de gedachtegang, dat alle namen van alle niet-veroordeelden uit al deze verschillende perioden genoteerd staan in het boek van het leven.

Onmiddellijk komt dan de vraag op: maar hoe kan men dan zalig worden buiten Christus om en inderdaad: dit is een correcte vraag, want Jezus en Jezus alleen is DE WEG tot de Vader.

Laten we vooral heel duidelijk afspreken, dat we noch de weg van de alverzoening, maar evenmin de weg van de vrijzinnigheid op mogen gaan !
Jarenlang hebben we geworsteld met de vragen, die bij de behandeling van het laatste oordeel opkomen.
Vaak heeft Jan Rothuizen de grootste aarzeling gehad om er dieper op in te gaan, maar hij meent heel oprecht, dat “God toch een aanwijzing, maar niet meer dan een aanwijzing geeft in hoofdstuk 22, waar de Bijbel spreekt over de genezing der volkeren en daarom kunnen we ons het laatste oordeel als volgt voorstellen:

Het oordeel brengt de geoordeelde op de weg naar het volkomen heil óf op de weg naar het volkomen verderf en de volkomen ondergang.
Al Gods vijanden zullen onherroepelijk veroordeeld worden en er zijn te veel uitspraken in de Schrift om er een andere mening op na te kunnen houden.
De Bijbel spreekt over zwaardere en lichtere straf, maar ook over totale vernietiging.

HET PAST ONS NIET OM NU EENS HAARFIJN UIT TE LEGGEN, HOE ALLES GAAT VERLOPEN. Niemand kan dat !(Lukas 10 vers 14; Matteüs 10 vers 28; 2 Tessalonicenzen 1 : 3 – 12)

Het oordeel leidt tot uiteindelijke zaligheid óf tot de tweede dood.
De poel van vuur en zwavel, het brandende zwavelmeer, brengt uiteindelijk een totale vernietiging.

Als we uitgaan van Gods absolute rechtvaardigheid, dan beseffen we ook ,dat God deze absolute rechtvaardigheid zal toepassen in het laatste oordeel.

De eerste vijf verzen van hoofdstuk 22 zijn het bewijs, dat God met het laatste oordeel de weg ter GENEZING van de volkeren op het oog heeft, naast de weg van de totale ondergang voor Zijn vijanden.
Inderdaad mag je duidelijk weten, dat de tweede dood ook een volkomen dood zal zijn.
“De dood en het dodenrijk werden in de poel van het vuur geworpen” en dat betekent het einde van de oorsprong van de zonde, de satan en zijn engelen, het einde van al Gods vijanden en al hun werken, ook het einde van de dood en het dodenrijk, de zogenaamde “hel”, de gehenna ofwel: plaats van vernietiging.

Is dit dan niet in tegenspraak met vers 10, waar staat, dat de satan, het beest en de valse profeet in de poel van vuur en zwavel dag en nacht gepijnigd zullen worden tot in alle eeuwigheden?

Allen, die in het brandende zwavelmeer komen, zullen gepijnigd worden.
Deze straffen kunnen langer of korter zijn, zwaarder of minder zwaar, maar eindigen met de tweede dood.

Het bijzondere van de satan, de antichrist en de valse profeet is, dat zij gepijnigd zullen worden (letterlijk); gedurende de aeonen van de aeonen of met andere woorden: tot het eind van alle eeuwen, tot het einde van de tijd.

Het volgende hoofdstuk gaat dus niet over de eeuwigheid, zoals we dit verkeerd benoemen, maar over de volgende aeonen.

Er is nog een ander probleem, dat we graag in dit verband noemen, namelijk de brandende vraag: wat gebeurt er nu eigenlijk als een mens sterft ?

Als een christen sterft, komt hij in de tegenwoordigheid van de Heer: “Want het leven is mij Christus, het sterven is winst”. Filippenzen 1 vers 21.

“Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste”. Filippenzen 1 vers 24.

Als een ongelovige sterft, wacht hem het oordeel. In Hebreeën 9 vers 27 staat dit overduidelijk !

Maar het oordeel komt pas ná het duizendjarig rijk en daarom veronderstellen sommige leraren, dat de ongelovige tot aan het oordeel letterlijk dood blijft.
Er zou dan sprake kunnen zijn van een zogenaamde zielenslaap….

Weer andere leraren gaan uit van de gedachtegang, dat met de dood de tijd zou wegvallen…
Zij wijzen er weer op, dat God Zelf de tijd geschapen heeft en dat Hij dus niet aan de tijd onderworpen is.

Hoe het ook zij: voor vele theorieën kan men Bijbelteksten vinden en het is niet goed om van dergelijke problemen een hoofdzaak te maken: we hebben al genoeg problemen met datgene wat ons wél duidelijk geopenbaard is !

Overigens: “De verborgen dingen zijn voor de Here onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden van deze wet volbrengen”. Deuteronomium 29 vers 29.

Openbaring 21 De nieuwe hemel en de nieuwe aarde

Bij het begin van dit hoofdstuk bezien we eerst een woord uit de brief aan de Efeziërs en wel 2 : 6 en 7, waar staat:
Hij heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus,
om in de KOMENDE eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar (zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus.

Deze tekst betekent niet, dat we in deze tijd als gemeente tot de boven beschreven volheid zullen komen, maar dat we in de komende tijdperken (aeonen, eeuwen, eeuwigheden, werelden) een buitengewone plaats zullen hebben in de hemelse gewesten, dat wil zeggen: een plaats in de regering van God en Zijn Zoon.

Deze plaats mogen wij door het geloof nu al innemen en dat houdt in, dat we ook vandaag uit het geloof mogen leven vanuit de troon van God, maar in de toekomst zullen we onder geheel andere omstandigheden en op veel grootser wijze met Christus mogen meewerken.
De Gemeente is uitverkoren om met Christus te regeren en dit voorrecht plaatst de Gemeente op de meest verheven hoogte, die men zich kan indenken.
De eerste “eeuw”, waarin we daadwerkelijk met Christus zullen regeren, is het millennium, het duizendjarig rijk, en na het oordeel zullen we onze taak op aarde mogen voortzetten vanuit de hemel, tot genezing van de volkeren.

We zullen zien, dat hemel en aarde verenigd zullen worden.
De laatste twee hoofdstukken van Openbaring geven ons uitzicht op een ontwikkeling, waar we ons alleen maar met moeite iets bij kunnen voorstellen.

Er wordt ons echter zoveel meegedeeld, dat het ons hart vervult met een groot verlangen naar die geweldige toekomst, om als koningen en priesters in dienst van Christus te mogen staan.

Openbaring 21 vers 1. En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.

We gaan een strijd voeren over de vraag of we moeten spreken over een geheel nieuwe of een vernieuwde hemel en aarde, een vraag, die weinig zin heeft. We moeten wel vasthouden, dat van de oude hemel en aarde als zodanig niets meer terug te vinden zal zijn.
Merkwaardig is de opmerking, dat de zee er niet meer zal zijn !
Met de zee worden de oceanen bedoeld en het mag ons niet ontgaan, dat in de oorspronkelijke wereld de oceanen, zoals wij die kennen, geheel ontbraken.

In Spreuken 8 vers 24 wordt gesproken over een tijd, toen er nog geen oceanen waren: Toen er nog geen oceaan was, ben ik geboren, toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water. (…hier spreekt de Wijsheid…Jezus Christus?)
Vóór de val van Lucifer waren er geen oceanen en het ontstaan van de oceanen is te wijten aan de hoogmoed van Lucifer.
Hij werd ter aarde neergeworpen en de aarde werd een chaos, een wereld zonder licht, land of zee, een onbewoonbare chaos.

God herstelde het licht en scheidde land en water en zo ontstonden de oceanen, waarvoor God heel speciaal de grote vissen heeft geschapen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Walvishaai Hierop klikken voor info over de grootste vis…

Let wel, dat het woord “scheppen” (barah) uitsluitend en alleen voorkomt in vers 1, 21 en 27 van Genesis 1 ! In alle andere gevallen lees je “maakte” (asah), wat ook met “herstelde” kan worden vertaald.
De oceanen zijn ontstaan als gevolg van de zonde en in de profetie is de zee een symbool van de Godvijandige wereld. Jesaja 57 vers 20, hier nog eens geciteerd:
Maar de goddelozen zijn als de zee, zo opgezweept, dat zij niet tot rust kan komen, en wier wateren slijk en modder opwoelen.

“De zee was niet meer” betekent in profetische zin, dat aan de heerschappij van satan een einde is gekomen en dat alle gevolgen van zijn val zijn overwonnen. Op de nieuwe aarde is geen mogelijkheid meer van enige invloed van boze machten en van zonde zal er geen sprake meer zijn.

Het millennium was een bekering van de aarde.
Na het oordeel wordt de nieuwe aarde als het ware gedoopt en vervuld met Gods Geest. De oorspronkelijke plannen van God met de aarde worden nu verwezenlijkt.

Vers 2. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.
Het nieuwe Jeruzalem wordt uitvoerig besproken vanaf vers 9.
Johannes ziet hier hoe de hemel opengaat en de hemelse stad van God op aarde neerdaalt.

Dit moet wel een onuitsprekelijke, schitterende gebeurtenis voor Johannes zijn geweest. De hemel daalt neer op aarde met alle hemelingen, maar wat nog belangrijker is: God zélf komt nu bij de mensen wonen.

Vandaag woont God in de harten van zijn toegewijde kinderen, maar Gods kinderen leven nu nog op een aarde, waarop satan woont en heerst.
Christus heeft de boze overwonnen door Zijn kruisiging en opstanding, maar hier zien we, dat het nog lang duurt ná het kruis, voordat God de aarde volkomen in bezit zal nemen.

Het nieuwe Jeruzalem daalt neer uit de hemel als een versierde bruid !In het tweede gedeelte van dit hoofdstuk wordt de bruid nader omschreven en we zullen zien uit wie de “bruidsgemeente” bestaat.

Vers 3 – 5. En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn,

en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

Het is moeilijk voor te stellen, dat er een leven en een ontwikkeling van het leven kan bestaan, die niet wordt geremd of aangetast door zonde of boze machten !

Wat hebben ook wij als christenen niet een leven van strijd en vaak van veel verdriet en ellende…
Het hele christenleven is op een of andere manier toch ook een gevecht en het kost ons heel wat gebed, geloof en Bijbelstudie om tot een overwinnend geloofsleven te komen en het Woord zegt niet voor niets: “Strijd de goede strijd van het geloof”. 1 Timoteüs 1 vers 18; 1 Timoteüs 6 vers 12; 2 Timoteüs 4 vers 7; Efeziërs 6 : 10 – 20.

Aan de wand hangt in menige huiskamer de spreuk: God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst !

Wat zal dat zijn, als wij straks met God en Christus uit de hemel zullen neerdalen op aarde !
We zullen met onze Heer en Heiland dele hebben aan een heel nieuwe ontwikkeling, namelijk de genezing der volkeren (22 vers 2)

Alle tranen worden door God afgewist ! Verdriet zal er niet meer zijn !
Een nieuw leven zonder dood, zonder einde ! De onsterfelijkheid is nu voor ieder aangebroken !
Er zal nooit meer gerouwd worden om een gestorven geliefde !
Klagen, tobben en piekeren zullen we straks zelfs niet eens meer kúnnen !!

Alles wat we in die nieuwe wereld mogen doen, zullen we zonder enige moeite kunnen doen !Onvoorstelbaar ! Geen tranen, geen dood, geen rouw, geen enkele klacht, geen moeite meer !
Zo beschrijft de Schrift hier de zaligheid.

Jesaja 11 : 1 – 10 geeft ons ook een beschrijving van de nieuwe wereld. Niet alleen de mens, maar ook de fauna zal bevrijd zijn van de zonde.
En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. En op hem zal de Geest des HEREN rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des HEREN; ja, zijn lust zal zijn in de vreze des HEREN. Hij zal niet richten naar hetgeen zijn ogen zien, noch rechtspreken naar hetgeen zijn oren horen; want hij zal de geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands in billijkheid rechtspreken, maar hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds en met de adem zijner lippen de goddeloze doden. Gerechtigheid zal de gordel zijner lendenen zijn en trouw de gordel zijner heupen. Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn.

De bevrijding geldt de hele schepping, zoals Paulus in Romeinen 8 : 18 – 22 beschrijft.
Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is.

Het is onvoorstelbaar, maar waar:
De wilde dieren zullen veranderd worden in planteneters!
Een wolf speelt met een schaap!
Een panter ligt naast een bokje te dutten!
Een jonge leeuw loopt gewoon tussen het vee!
De koe graast samen met een berin!
Een leeuw voedt zich met stro!
Een kleuter speelt bij het hol van een adder!
De aarde zal VOL zijn van de kennis van de Heer, dat wil zeggen: overal zal de tegenwoordigheid van de Heer tastbaar aanwezig zijn!

“De eerste dingen zijn voorbij”.

De boze, de zonde, de ziekte, de gebondenheid, de ellende, de oorlog, de haat en de nijd, de eerzucht en de hebzucht, de trots en de vernedering, de jaloezie en de hoogmoed, zelfs het egoïsme heeft opgehouden te bestaan!
Wat is het goed om over deze dingen te mediteren en de Heer te danken en te aanbidden op grond van deze beloften.

Vers 5. En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.

Johannes krijgt al deze dingen te zien en te horen op Patmos, dit afgelegen eiland, en ongetwijfeld zal hij wel eens gedacht hebben, of hij niet droomde !

“De luide stem van de troon” (vers 3) is de stem van God zelf en Hij bevestigt nog eens, wat Hij zojuist heeft gezegd.

“Zie, Ik maak alle dingen nieuw!”

Deze uitspraak van God is voor miljoenen een grote troost en een echte tekst om ons aan vast te grijpen.
Zelf zou ik deze tekst op mijn grafzerk geschreven willen zien ! ( jw )

“Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig”.

Johannes, schrijf alles wat je gehoord en gezien hebt nu op, want Ik wil, dat al Mijn kinderen weten, wat Ik voor hen heb bereid en mochten zij ooit twijfelen of deze heerlijke toekomst wel echt gaat komen, wat Ik je heb gezegd en heb laten zien, is echt waar en Ik kan niet liegen en Ik ben trouw aan Mijn woorden en beloften !

Vers 6a. “En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied”.

Het Boek vertaalt deze tekst terecht met “Het is gebeurd”, wat duidelijk en correct weergeeft wat hier eigenlijk staat.
Zoals Christus Jezus aan het kruis uitriep: “Het is volbracht”, roept God uit, dat alles, wat gebeuren moest, nu ook werkelijk gebeurd is.

God is het begin en het eind. De eerste tot en met de laatste letter van het alfabet…Als we hierover wat dieper nadenken, komen we tot een geweldige gedachteontwikkeling, want vóór het begin was God en ná het eind zal God alles in allen zijn.

We lezen dit in het hoofdstuk over de opstanding: 1 Korintiërs 15, waarin onder andere gezegd wordt, dat Christus eerst als koning zal heersen en dat het einde komt, als Christus het koningschap aan God de Vader zal overdragen.

…want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft.

Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen. 1 Korintiërs. 15 : 27, 28.

Wat verstaan we onder “het einde”?
God is het begin, de Schepper van alles, ook van de tijd. Hij is ook het einde, ook het einde van de tijd. Als God alles in allen zal zijn, breekt een toestand aan van tijdloosheid, zoals het ook vóór de schepping was.
Deze dimensie kunnen wij nu nog niet bevatten, maar gelukkig kunnen we wel geloven in die tijdloze toekomst.

Vers 6c. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet.

Deze beeldspraak zegt tot een ieder, die het horen wil, dat de zaligheid voor iedereen gereed gemaakt is en ieder, die dorst naar de verlossing, mag komen en drinken, zonder er iets voor te betalen en zonder er iets voor te hoeven doen dan alleen te ontvangen...
Een oude man vroeg huilend aan een bekende prediker: “Wat moet ik doen om gered te worden? Het antwoord was kort en krachtig: “Beste man, jijzelf kunt niets doen ! Jezus heeft alles al voor je gedaan.

Vers 7. “Wie overwint zal deze dingen beërven en Ik zal hem/haar een God zijn en hij/zij zal mij een zoon/dochter zijn”.

Overwinnen heeft te maken met een leven uit het geloof.
Geloof zonder werken, zonder er uit te leven, is dood.
Geloof wordt herkend aan het geloofsléven. Wie gelooft, heeft een God ! Een gelovige lééft met God en God beantwoordt dit geloof met het feit, dat hij je zijn zoon of dochter noemt.

Vers 8. Maar de lafhartigen (degenen die de moed niet kunnen opbrengen om te breken met de boze en de zonde…), de ongelovigen (degenen, die het geloof hebben afgewezen…), de verfoeilijken (degenen die uit hun hartstochten en vuilheid hebben geleefd…) , de moordenaars (degenen die letterlijk of geestelijk het leven van hun medemens hebben verwoest…), de hoereerders (……) , de tovenaars (degenen die zich hebben ingelaten met de machten van de boze…) , de afgodendienaars (degenen die eigengemaakte goden hebben gediend en alle leugenaars (degenen die de waarheid en hun geweten niet hebben gevolgd…) – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: DIT IS DE TWEEDE DOOD.

Alle zondaren vinden hun einde in de tweede dood en deze dood maakt een einde aan hun bestaan naar het woord van Jezus: “Weest niet bevreesd voor hen, die wèl het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel èn lichaam, kan verderven in de hel (gehenna)”.

Gedurende de periode van Pergamos en Thyatira, de donkerste perioden van de geschiedenis van de Gemeente van Christus, zijn allerlei heidense elementen binnengeslopen in de theologie. Christus spreekt niet over de hel, zoals de Griekse mythologie leerde, maar over Gehenna.

Gehenna is de vergriekste vorm van het hebreeuwse Ge-Hinnom en verwijst naar het Ben Hinnomdal ten zuidwesten van Jeruzalem, waar allerlei gruwelen en onreinheden bedreven werden. In dit dal stond de offerplaats Tophet, waar de heidenen kinderen offerden aan de Moloch.
Jeremia schrijft hierover in Jeremia 7 : 31 – 34; 19 vers 6 en 32 : 35.

Vanzelfsprekend was dit een zeer grote gruwel in Gods ogen en daarom werd het Hinnomdal of Gehenna beschouwd als de meest onreine plaats, die men kon bedenken en kreeg Gehenna bij de Joden de betekenis van plaats voor definitieve veroordeling en vernietiging.

Vers 9 – 14.
En er kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen, die vol waren van de laatste zeven plagen, en hij sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God; en zij had de heerlijkheid Gods, en haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant. En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op (de poorten) geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen der kinderen Israëls. Naar het oosten waren drie poorten en naar het noorden drie poorten en naar het zuiden drie poorten en naar het westen drie poorten. En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen des Lams.

Het moet voor deze engel wel een heel grote eer zijn om Johannes geestelijk te mogen wegvoeren naar het nieuwe Jeruzalem !
Deze engel heeft meegewerkt aan de oordelen en mag nu laten zien, wat het uiteindelijke resultaat is van Gods ingrijpen in de boze wereld: de aarde is nu vrijgemaakt om Gods heerlijkheid te ontvangen!

Hij laat Johannes de bruid, de vrouw van het Lam zien en wat blijkt nu?
De engel laat Johannes geen vrouw zien, maar een stad !

Op conferenties en in gemeenten zijn vaak prachtige betogen gehouden over de grote vraag: wie is nu eigenlijk de Bruid van Christus? Heel veel verwarring en strijd zou de gemeente bespaard zijn, als men meer ernst gemaakt had met Openbaring.

De bruid, de vrouw van het Lam is…een stad !

Nu moeten we wel oppassen, dat we deze geestelijke zaken op de juiste wijze blijven benaderen.
God toont ons hier een geestelijke toekomst in geestelijke beelden, zodat we ons een geestelijke voorstelling kunnen maken van ons toekomstig geestelijk zijn.

Johannes ziet het nieuwe Jeruzalem neerdalen, omringd door Gods heerlijkheid en deze pracht lijkt op een kristalheldere diamant.
Op de twaalf poorten bevinden zich twaalf engelen, die we als wachters kunnen beschouwen en op de poorten staan de twaalf namen van de twaalf stammen van Israël.

Ik denk niet, dat iemand bezwaar kan maken als we daaruit concluderen, dat de geloofsoverwinnaars van Israël straks in het nieuwe Jeruzalem zullen wonen en dus mede de vrouw, de bruid van het Lam, zullen vormen.

Op de twaalf fundamenten van de muren der stad staan de namen van de twaalf apostelen van het Lam.
Zij zijn de grondleggers van de nieuwtestamentische Gemeente en het lijkt mij geheel juist om daaruit af te leiden, dat de gelovigen uit de kerken en de gemeentes eveneens deel zullen uitmaken van de vrouw, de bruid van het Lam

Al eerder hebben we op diverse plaatsen gezegd, dat de Gemeente der overwinnaars zal bestaan uit de gelovigen van het oude en nieuwe verbond en dat er in wezen geen verschil is in het karakter van het geloof, zoals de Hebreeënbrief in hoofdstuk 11 en 12 duidelijk leert.

We denken vaak veel te gemakkelijk over het geloof en daarom willen we hier nog eens benadrukken, dat niemand minder dan Jezus aan de overwinnaars van de Gemeente dit nieuwe Jeruzalem heeft beloofd en uit dit Schriftgedeelte blijkt duidelijk, dat ook de overwinnaars van het oude verbond daarin begrepen zijn.
(Zie verder bijvoorbeeld Openbaring 3 vers 12 en Hebreeën 11 : 13 – 16)

(hierop klikken: Ctrl + linkermuisknop voor de betreffende Bijbelgedeelten):

http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bijbel=Bijbel&m=openbaring3%3A12&id16=1&pos=0&set=10&l=nl
http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bijbel=Bijbel&m=hebreeen11%3A13-16&id16=1&pos=0&set=10&l=nl

Zij zijn het, die in de aeoon ná het oordeel met Christus genezing zullen brengen over de gehele aarde.

Waarschijnlijk heb je, heeft u, de opvatting, dat we bij het sterven naar de hemel zullen gaan om daar voor altijd te blijven aanbidden, op citers te spelen en te zingen…en ja, daar houdt onze fantasie dan zo’n beetje op, want verder kunnen we ons niet veel voorstellen van die toestand.
Die mening heb je, heeft u, gekregen, omdat de kerk in haar ontwikkeling gedurende de afgelopen eeuwen zich veel te veel heeft beziggehouden met allerlei zaken, die vaak weinig te maken hebben met Bijbels geloof.

Diepgaande Bijbelstudie is een eerste vereiste voor kerk en gemeente en helaas…we hebben daar vandaag de dag niet veel tijd meer voor over. Geen wonder, dat het volk verwildert, omdat openbaring, dus Bijbels inzicht, ontbreekt ! Spreuken 29 vers 18.
Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk,
maar heil hem die de wet bewaart.

Het nieuwe Jeruzalem, de Bruid van Christus en de Vrouw van het Lam zijn alle drie een benaming van de Gemeente der overwinnaars van het oude en nieuwe verbond.
Zij komen met Christus uit de hemel op aarde en op aarde ontstaat een hemelse toestand, die echter nog geen volkomen definitieve vorm heeft, maar zich zal ontwikkelen tot de voltooiing van al Gods plannen.

Vers 15 en 16.
En hij, die met mij sprak, had een gouden meetstok om de stad op te meten, en haar poorten en haar muur.

En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad op met de stok: twaalfduizend stadiën; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk.

Wij hebben geen idee van een stad, die een lengte, breedte en hoogte heeft van ruim 2100 km !
Terecht zei Billy Graham in een interview, dat het geen zin heeft om daarover allerlei berekeningen en voorstellingen of zelfs tekeningen te maken !
We moeten bescheiden genoegen nemen met deze mededelingen, die ons vertellen, dat het nieuwe Jeruzalem zo immens groot zal zijn, dat het ons begrip nu nog te boven gaat.

Vers 17. En hij mat haar muur op: honderd vierenveertig el, mensenmaat, die engelenmaat is.

Het is niet duidelijk of hier de hoogte of de breedte bedoeld wordt. In vers 12 wordt de muur groot en hoog genoemd. Waarschijnlijk wordt hier de hoogte bedoeld.
Honderd vier en veertig el is meer dan 60 meter en de engel gebruikt hier de menselijke maat, de el.
In “Het Boek” staat hier: “De engel gebruikte menselijke maten”

Vers 18 – 21. En de bouwstof van haar muur was diamant; en de stad was zuiver goud, gelijk zuiver glas. En de fundamenten van de muur der stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was diamant, het tweede lazuursteen, het derde robijn, het vierde smaragd, het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende topaas, het achtste beril, het negende chrysoliet, het tiende chrysopraas, het elfde saffier, het twaalfde amethist. En de twaalf poorten waren twaalf paarlen: iedere poort afzonderlijk was uit één parel, en de straat der stad was zuiver goud, gelijk doorschijnend glas.

Hier houdt ons inlevingsvermogen op. We kunnen ons geen stad indenken, zo immens groot en zo prachtig.
Het heeft ook geen zin om ons af te vragen of deze beschrijving nu letterlijk of figuurlijk bedoeld is; in beide gevallen blijft het voor ons te groot !

We moeten veronderstellen, dat de bedoeling van deze teksten is, dat hier de heerlijkheid en uitstraling van God wordt beschreven in een voorstelling van het mooiste en edelste, dat er bestaat.
Dit is zo groots, zo overweldigend, zo zuiver !Poorten, bestaande uit één parel !!…

In Ezechiël 28 : 11 – 19 wordt de geschiedenis van de val van Lucifer beschreven en dan zegt de Septuagint (is de naam voor de Griekse vertaling van de Tenach (beter bekend als "Oude Testament") die tussen circa 250 v Chr. en 100 v.Chr. werd gemaakt.) in vers 13: “Gij waart in de vreugde van het paradijs van God. Iedere kostbare steen was aan u gebonden”.
Daarna volgt de opsomming van negen soorten kostbare stenen en dan blijkt uit het vervolg, dat al die heerlijkheid oorspronkelijk voor deze beschuttende cherub bestemd was, met andere woorden: deze heerlijkheid was bestemd voor de aarde, want dat was het domein, waarover deze aartsengel was aangesteld.

Door de val van Lucifer is dit alles teloor gegaan en nu beschrijft Openbaring het volledige herstel van Gods plan met de aarde, want nu daalt deze hemelse heerlijkheid voor goed neer op de nieuwe aarde, een wereld, die zelf ook verlost is van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid. Romeinen 8 : 18 – 23. Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.

Vers 22. En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam.

De tabernakel van het oude Israël en de tempel, die daarna kwam en later opgevolgd wordt door de tempel van het millennium, spraken allen van verzoening.
De verzoening is hier volledig voltooid en heeft de mensheid tot een innige relatie gebracht met de Vader en de Zoon.
Er is nu geen tempel, geen offer meer nodig. De hemel is op aarde gekomen en de Vader en de Zoon zijn nu het reële middelpunt van hemel én aarde.

Vers 3 zei het al: “Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen”.
In het nieuwe Jeruzalem wonen God en het Lam in een tent en de betekenis van deze woorden geeft ons te verstaan, dat er een toestand komt, waarin we letterlijk met God zullen omgaan.

Vers 23.
En de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam.

De stad is de woonplaats van God op aarde en Gods heerlijkheid is haar verlichting. Zon en maan hebben er geen invloed, want het Lam is haar stralende lamp.

Vers 24 – 26.
En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar; en haar poorten zullen nooit gesloten worden des daags, want daar zal geen nacht zijn; en de heerlijkheid en de eer der volken zullen in haar gebracht worden.

Kennelijk zijn er nog veel verschillende volkeren en zelfs koningen op aarde en zij allen wandelen in het Licht van God en leiden een zondeloos, heilig bestaan.
Vaak wordt dan gevraagd: “Maar, hoe kan dat nu? Wat is dan de hemel? Waar gaan we dan uiteindelijk heen? Naar de hemel of naar de aarde ? Hoe kunnen er nu nog volkeren zijn ?

We hebben gezien, dat de hemel op aarde neerdaalde en we spreken hier over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
De gemeente is eerst opgenomen in de hemel en woont nu in de hemel op aarde, het nieuwe Jeruzalem, het centrum van Gods tegenwoordigheid.
Verder zijn er de volkeren en ondanks het feit, dat we in kennis te kort schieten, mogen we en moeten we toch vaststellen, dat de nieuwe aarde bewoond wordt door volkeren.

De oplossing moet toch volgens ons inzicht in de volgende richting gezocht worden:
Ná de totale eindopstanding zijn al Gods vijanden in het brandende zwavelmeer gekomen, maar al de overigen, die naar hun geweten gewandeld hebben en van nature hebben gedaan, wat de wet verlangde, zullen de nieuwe aarde bevolken.

Paulus spreekt hierover in Romeinen 2 : 14 – 16. 14. Wanneer heidenen, die de wet niet hebben, uit zichzelf doen wat de wet verlangt, zijn zij zichzelf tot wet, ook al bezitten zij de wet niet. 15 Zij tonen dat wat de wet vereist, in hun hart geschreven staat. Hun geweten getuigt daarvan, en hun gedachten, die hen over en weer beschuldigen of ook wel vrijspreken 16 op de dag dat God volgens mijn evangelie over de verborgen daden van de mens zal oordelen, door Christus Jezus. ( WV)

De theoloog, die deze woorden volkomen duidelijk kan uitleggen, is er nog niet, want er wordt ons ook hier een verborgenheid vermeld.
We stuiten hier op een probleem en er zijn problemen, die we op de Bijbelse noemer moeten plaatsen en die noemer is Deuteronomium 29 vers 29. “De verborgen dingen zijn voor de HERE, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen”.

Het mag geen enkele serieuze Bijbelonderzoeker ontgaan, dat in Openbaring 21 vers 24 en 22 vers 2 gesproken wordt over volkeren op de nieuwe aarde.
Niemand kan dit ontkennen en niemand kan ons precies verklaren langs welke weg deze volkeren de zaligheid hebben ontvangen en hoe Jezus, die DE WEG is, hun Zaligmaker is geworden.

Dit is ook één van de verborgenheden, die we later pas zullen verstaan.

Wat hier wel duidelijk wordt verteld, is het feit, dat de koningen en de volkeren in het licht van God zullen wandelen en dat zij naar het nieuwe Jeruzalem zullen komen om hun dank te brengen aan God en het Lam.

De poorten van het nieuwe Jeruzalem zullen nooit gesloten worden des daags (overdag), want daar zal geen nacht zijn !
Deze tekst gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Wij leven namelijk in een wereld, die zich voor de ene helft in het licht en voor de ander helft in het donker bevindt.

De afwisseling van dag en nacht is een gevolg van de val van Lucifer en zolang de dag gevolgd wordt door de nacht, is de boze in deze wereld. “Want God is Licht en in Hem is in het geheel geen duisternis”. 1 Johannes 1 vers 6.
In het evangelie van Johannes vinden we veel teksten over de Heer Jezus Christus als “het Licht der wereld”.

We kunnen het ons moeilijk voorstellen: een leven zonder nacht, een volmaakt leven zonder enige vorm van zonde, onsterfelijk en onverderfelijk, zonder ziekte, pijn, zonder tranen en zonder nacht !

Vers 27. En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.

Uit deze tekst blijkt nog eens duidelijk, dat de volkeren eveneens geschreven zijn in het boek van het Lam, anders zouden zij geen toegang hebben tot het nieuwe Jeruzalem !
Bovendien heeft de zonde afgedaan en komt er op de nieuwe aarde geen enkele onreinheid, gruwel of leugen meer voor.

Een christen die gelooft, dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is, neemt aan, wat de Bijbel zegt en moet genoegen nemen met het feit, dat zeker het boek Openbaring een aantal vragen niet beantwoordt.

Wat we vandaag moeten weten om dagelijks met de Heer Jezus te kunnen wandelen en gereed te zijn, als Hij komt, staat duidelijk en klaar vermeld !
Laten we ons dan ook daarmee bezighouden en niet verder gaan, dan wat de Bijbel wél duidelijk maakt.

Openbaring 22. Een blik in de toekomst.

Openbaring 22 : 1 en 2.

En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam.

Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren.

In de nieuwe wereld staat de troon van God en Jezus in het middelpunt.
De nieuwe wereld wordt bestuurd vanuit deze troon en de gehele wereld wordt doordrengd van de tegenwoordigheid van God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Niets en niemand staat buiten deze heerschappij.

Een zeer groot verlangen van God is nu werkelijkheid geworden !
Immers reeds lang geleden heeft God deze wens kenbaar gemaakt aan het volk Israël, toen Hij de opdracht gaf een tabernakel te maken, zoals we lezen in Exodus 25 vers 8.
“En zij zullen Mij een heiligdom maken, EN IK ZAL IN HUN MIDDEN WONEN”.
De vurige wens van God werd echter niet volkomen vervuld in Israël en toen later de gemeentes werden opgericht, werd de Gemeente (dat wil zeggen: alle gemeentes en later ook de kerken tezamen) het huis van de levende God. 1 Timoteüs 3 vers 15. Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de Gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid.

Ook nu geldt nog steeds, dat God dit verlangen koestert: Hij wil in Zijn huis, de gemeente of kerk, wonen en wonen veronderstelt, dat men daar te vinden is: daar heeft men domicilie gekozen.
Wie vandaag God zoekt, moet Hem zoeken in Zijn huis, de gemeente of kerk !
Is de gemeente of de kerk er dan in geslaagd aan de wens van God te voldoen?
Het antwoord hierop is een triest: nee, zoals we uit de zeven brieven van Jezus aan Zijn gemeentes hebben gezien (aan het begin van Openbaring !): slechts twee van de zeven gemeentes voldeden aan de wens van de Here God. In de laatste gemeente, Laodicea, wordt Jezus zelfs buiten de gemeente gehouden !

Na de Gemeente komt het millennium! Nu is alles onder de heerschappij van God gekomen. Het zieter naar uit, dat Gods wens nu geheel in vervulling gaat !
Helaas volgt ook dan weer een teleurstelling: als de satan voor een korte tijd wordt vrijgelaten, blijkt, dat een gedeelte van de wereldbevolking zich op schijnheilige wijze heeft onderworpen aan de Here God en Zijn heerschappij.

Gods wens wordt pas vervuld, als totaal is afgerekend met de goddeloosheid en pas ná het oordeel daalt het nieuwe Jeruzalem uit de hemel op de nieuwe aarde, een zondeloze aarde, een aarde zonder tranen, dood, moeite, rouw of geklaag.
Uit de troon stroomt een rivier van levend water.

Dat beeld komt ons niet vreemd voor, want Ezechiël had al in de oudheid een visioen gehad over een beek, die vanuit de tempel stroomde en deze beek bracht zegen en genezing voor het land Israël.
Ezechiël 47: 1-12. 1 Toen bracht hij mij terug naar de ingang van het huis; zie, er stroomde water onder de drempel van het huis uit, oostwaarts, want de voorzijde van het huis was op het oosten; het water vloeide onder de rechter zijkant van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. 2 En hij leidde mij door de Noordpoort en hij voerde mij toen buitenom naar de buitenste poort, naar (de poort) die op het oosten uitzag; en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant.
3 Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de enkels. 4 Hij mat weer duizend (el) en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieën. Hij mat weer duizend (el) en deed mij erdoor gaan; het water reikte tot aan de heupen. 5 Hij mat nog eens duizend (el); nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden.
6 Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek. 7 Toen ik terugkeerde, zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen. 8 Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat haar water gezond wordt. 9 En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt, dan wordt (het water van de zee) gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. 10 Vissers zullen erlangs staan van Engedi tot En-Eglaïm; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk. 11 Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het zout prijsgegeven.
12 Langs de beek zullen op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel.

We plaatsen dit visioen van Ezechiël meestal in het duizendjarig rijk, maar we moeten eerst vaststellen, dat we vaak verschillende teksten toepassen op het millennium, terwijl de mogelijkheid zeker niet uitgesloten mag worden, dat bepaalde teksten niet op het millennium slaan, maar op de tijd ná het oordeel, dus ná het vrederijk.
In het geval van Ezechiël beschouwen we zijn visioen als een voorafschaduwing van wat hier in Openbaring wordt onthuld.
De rivier stroomt vanuit de troon over de hoofdstraat van de stad naar buiten. In het midden van de straat aan weerszijden van de rivier staan de “levensbomen”.

In het oude paradijs stond ook een “boom des levens”, maar door de zondeval mochten Adam en Eva niet van de vrucht van deze boom eten. Nu de zonde geheel teniet is gedaan, begint God opnieuw met de mensheid aan een volkomen nieuwe periode:Nu mag de mens eten van de boom van het leven, “zodat hij in eeuwigheid zal leven”. Genesis 3 vers 22.

We kunnen ons dit goed voorstellen: een rivier, waarvan de beide oevers door twee onafzienbare rijen bomen worden gemarkeerd. Wat zal Johannes genoten hebben van dit gezicht, dit visioen !
Deze bomen dragen iedere maand vrucht ! Twaalf oogsten in een jaar ! En de bladeren zijn tot genezing der volkeren.

Als deze tekst niet in de Bijbel zou staan, zouden we waarschijnlijk de mening verkondigen, dat hier in dit hoofdstuk het einddoel al bereikt was, maar deze tekst zegt ons duidelijk, dat het proces van genezing nog niet voltooid is.

Vanzelfsprekend is het verre van eenvoudig om deze tekst geheel te verklaren, want we stuiten hier op een uitspraak, die niet verder uitgewerkt wordt in de Schrift.We kunnen wel enkele conclusies trekken:

1. De gedachte, dat voor de gelovige bij de dood de volmaakte, onveranderlijke zalige toestand is aangebroken en dat er verder geen enkele ontwikkeling meer zal zijn, is onjuist.
De ontwikkeling van het koninkrijk van God gaat in elk geval voort, totdat God alles in allen is aan het eind van de tijd. 1 Korintiërs 15 vers 28. Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

2. Het hemelse Jeruzalem, dat op aarde neerdaalt, is de bruid, de vrouw van het Lam en zij wordt gevormd door de geloofsoverwinnaars van het oude en nieuwe verbond.

3. Naast deze hemel op aarde is er echter ook nog een aarde, die bevolkt is met vele volkeren.

Deze volkeren zijn voor een deel voortgekomen uit het millennium en een ander deel is opgewekt uit de dood aan het eind van het duizendjarig rijk en zonder enige twijfel moeten we vaststellen, dat deze volkeren zonder veroordeling uit het oordeel te voorschijn zijn gekomen en nu de aarde bevolken.

Deze volkeren hebben genezing nodig volgens de tekst, die we nu behandelen en zij leven niettemin in een wereld zonder dood, tranen, rouw of moeite ! Hoe zit dat ?
Met de nodige voorzichtigheid kunnen we vaststellen, dat deze genezing niet slaat op een verbetering van een zieke geestelijke toestand, want dit zo in tegenspraak zijn met het begin van hoofdstuk 21.
Deze genezing moet dus wel te maken hebben met de geestelijke ontwikkeling van de mensheid op aarde.

De gehele wereldbevolking, die na het oordeel de aarde vervult, zal door een proces van geestelijke genezing groeien naar de geestelijke volmaaktheid en uiteindelijk zal God op deze wijze alles worden in allen.
Het woord “allen” slaat vanzelfsprekend alleen op de volkeren, de wereldbevolking van ná het oordeel en men mag deze uitspraak van Paulus in 1 Korintiërs 15 : 28 niet domweg gebruiken om daarmee de alverzoening te propageren. De Bijbel leert maar al te duidelijk, dat de vijanden van God verloren gaan. Zij gaan ten onder in de tweede dood.

Vers 3 en 4.
En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren,

en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn.

Het Boek vertaalt de eerste zin met: “Elke vloek zal zijn opgeheven”. De vloek als zodanig is totaal verdwenen, omdat de vloek en de vervloeking producten zijn van zondige toestanden.
De zonde heeft opgehouden te bestaan !

In het centrum van het Nieuwe Jeruzalem staan de troon van God en het Lam. God heeft het Nieuwe Jeruzalem tot Zijn woning gemaakt en daarmee is de aarde met het Nieuwe Jeruzalem het middelpunt van het heelal geworden.
Dit gaat ons begrip te boven, maar het toont wel aan, dat God ongelooflijk grote plannen heeft met de aarde en de mensheid.

De mens zal met God regeren over de schepping en Zijn naam zal op hun voorhoofd zijn als aanduiding van de grote macht, die de kinderen van God straks zullen ontvangen.

Zij zullen Zijn aangezicht zien !
Dit is ook iets geheel nieuws, want we weten uit de Schrift, dat het voor de mens niet mogelijk was om Gods gelaat te zien.
Nu kan dit wel en dat toont aan, dat de mens nu in een volmaakte relatie tot God gekomen is.
Zo met de almachtige God om te mogen gaan, dat is onze toekomst !

Vers 5.
En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.

Wat wordt hier nu bedoeld, want naast de bewoners van het Nieuwe Jeruzalem zijn er ook nog vele volkeren op aarde, zoals we net gezien hebben.
Gods plan is vanouds geweest om uit de mensheid een volk te verzamelen, met wie Hij Zijn macht wil delen.
De Heer Jezus schrijft in Zijn brieven aan de zeven gemeenten, dat de overwinnaars met Hem zullen regeren en dat zij het zijn, die de bevolking zullen vormen van het Nieuwe Jeruzalem.

Vers 5 beschrijft dan ook in de eerste plaats de toestand in het Nieuwe Jeruzalem, van waaruit de overwinnaars als koningen zullen regeren. Openbaring 3 vers 21. Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.

Regeren houdt vandaag in, dat het kwade bestreden moet worden, maar in de wereld van straks is al het kwade reeds overwonnen en heeft regeren alle negativiteit, namelijk het bestrijden van het kwaad, verloren en kan het maar één ding betekenen: meewerken aan de genezing der volkeren aan de geestelijke ontwikkeling van de volkeren.

Er worden hier geen details gegeven. Straks zal God ons deze geestelijke zaken verder openbaren en wat hier gezegd wordt, duidelijk: tot in alle eeuwigheden zullen wij met Christus regeren.

Een eeuwigheid is een tijdperk, een aeoon.
Als eeuwigheid werkelijk de betekenis had, die er nu nog vaak aan wordt gegeven, dan zou dit woord niet in het meervoud voorkomen!
Tot in alle eeuwigheden betekent: tot aan het einde van alle bedélingen, tijdperken, eeuwen, en wat aan het eind gebeurt, weten we ook, want Paulus zegt in 1 Korintiërs 15, dat het einde gekomen is, als Christus het koningschap aan God de Vader overdraagt.
Dan zal de volle heerschappij volmaakt terug zijn in de handen van God en dan is Hij alles in allen geworden.

We zijn met deze tekst aan het eind gekomen van het eigenlijke boek Openbaring.
Hoofdstuk 22 vers 5 is het laatste woord over de onthulling van de Heer Jezus Christus.
Wat nog volgt, is het slotwoord van de Heer Jezus en een nawoord van Johannes.

Openbaring 22 : 6 en 7.
En Hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Here, de God van de geesten der profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn knechten te tonen hetgeen weldra geschieden moet.

En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart!

Jezus verzekert tenslotte Johannes, dat als wat hij gehoord en gezien heeft, waar en betrouwbaar is. Alles zal zo gebeuren, zoals hij het heeft ontvangen en God, die door de werking van Zijn heilige Geest de profeten inspireert wat zij zeggen moeten, heeft zijn engel gestuurd om alles te tonen.
Jezus verklaart: “Ik kom spoedig!”
Deze verklaring van Zijn spoedige komst wordt vaak verkeerd opgevat.

Men zegt dan: hoe moet ik dit nu verstaan, want vanaf de eerste christengemeente hebben de gelovige gehoopt, dat Jezus zou weerkomen tijdens hun leven…hoe moet ik dat “spoedig” dan verklaren?...

Blijkbaar ontgaat hen het feit, dat God, de Schepper van de tijd, anders over de tijd denkt dan wij. Wij zijn onderworpen aan een tijdspan van 70 of 80 jaren en bovendien moeten we niet vergeten, dat het de lichamelijke dood is, die ons in de tegenwoordigheid van de Heer brengt en vanaf dat moment hebben we daadwerkelijk deel aan alles wat de toekomst betreft.

Daarom kon Paulus aan de gemeente te Philippi schrijven: “…dat met alle vrijmoedigheid, zoals steeds, ook nú Christus zal worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood. WANT HET LEVEN IN MIJ IS CHRISTUS EN HET STERVEN IS WINST. Indien ik in het vlees blijf leven, betekent dat voor mij werken met vrucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. Van beide zijden word ik gedrongen. IK VERLANG HEEN TE GAAN EN MET CHRISTUS TE ZIJN, WANT DIT IS VERREWEG HET BESTE !” Filippenzen 1 : 20 – 23.

Deze uitspraak is niet in tegenstelling met de verwachting van Christus’ komst. Bij het heengaan én bij de wederkomst komen we in de tegenwoordigheid van Christus.

“Zalig hij (zij), die de woorden van de profetie van dit boek bewaart!”

Eigenlijk is dit een herhaling van hoofdstuk 1 vers 3 en daarmee willen we nog eens benadrukken, hoe belangrijk het is om het boek Openbaring te bestuderen.
De ervaring leert, dat dit niet gemakkelijk is. Het vergt inspanning en tijd, maar laten we niet vergeten, dat Jezus zélf zegt, dat het bestuderen van de profetie echt nodig is om gelukkig (= zalig) te zijn.

Nu de komst van de Heer Jezus nabij is, zoals we kunnen afleiden uit de toestand in de wereld, is het zeker hard nodig, dat de gemeenten en kerken veel aandacht schenken aan dit bijzondere boek Openbaring. Te veel worden de gemeenten en kerken beziggehouden met allerlei afleiding en geestelijke zaken, die ons niet door de Heer worden aanbevolen.
Typisch een teken van de eindtijd: enthousiast slepen we van hot naar haar om weer iets uitzonderlijks en buitengewoons mee te maken !

Wilt u, wil je echt met Christus leven, zoals Hij het bedoelde?
Zoek Hem dan in Zijn Woord en vooral in de profetie en doe niet mee met het hollen achter geestelijke sensatie.

…nog niet zo heel lang geleden:

Ook vanuit Nederland hebben veel mensen een bezoek gebracht aan de TACF (= Toronto Airport Christian Fellowship) Niet zonder resultaat, want in de loop van de tijd hebben in Nederland naar schatting zo'n honderd charismatische gemeenten 'Toronto' omarmd. Onder andere in de Beréa Beweging waren veel sympathisanten van de beweging te vinden. Ondanks het feit dat de discussie rondom het onderwerp heeft geleidt tot scheuringen in diverse kerken, zijn in veel gemeenten elementen uit de Toronto Blessing als gemeengoed aanvaard. Zo is het vallen of rusten in de geest in veel gemeenten een geaccepteerd verschijnsel.

...nog een voorbeeld van kort geleden:De Board of Directors van FreshFire Ministries laat weten dat Bentley in de afgelopen maanden er een "ongezonde relatie" op nahield met een van de (vrouwelijke) stafleden van hem. Bentley is "er mee accoord gegaan" zijn positie binnen FreshFire op te geven en zal minimaal een jaar op non-actief staan als prediker. In deze periode zal hij 'counseling' krijgen.De omstreden 'prediker' Todd Bentley

Bentley heeft volgens diverse bevestigde berichten echtscheiding aangevraagd. Bentley is getrouwd en heeft drie kinderen. Bentley stopte recent abrupt met zijn 'revival'-bijeenkomsten in Lakeland zonder dat duidelijk was waarom.Bentley en zijn vrouw kregen al enkele maanden 'counseling' (begeleiding) vanwege "hun problemen". Zijn (voormalige) woordvoerder Breidenbach zegt dat de situatie "erg verdrietig" is (en uiteraard onderschrijven wij dat een echtscheiding altijd een verdrietige zaak is). De verwachting is dat Bentley niet zal terugkeren in zijn 'bediening' als evangelist. Des te opvallender is het dat Bentley's eigen organisatie, Fresh Fire Ministries, desondanks in de regio Lakeland een vrije bouwkavel heeft gekocht met als doel hier een huis en/of kantoor te bouwen. De website van Fresh Fire Ministries doet op dit moment nog geen mededelingen over de situatie en de plannen van Bentley om zich in Florida te vestigen. Persoonlijk verwacht ik dat dit het einde is van Bentley's "bediening" en wij nooit meer iets van hem zullen horen.

Jezus heeft zelf gezegd: “Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier... GELOOFT HET NIET !”

Zoek Hem in Zijn Woord, want alles, wat wij weten over God, kunnen wij uitsluitend weten uit Zijn Woord en wat de toekomst aangaat: het boek Openbaring laat ons de toekomst in detail zien.

(Hierop klikken voor informatie over de Schrift die door de Joden en de christenen wordt gebruikt):

http://images.google.nl/imgres?imgurl=http://www.bijbelstudie.org/images/ex20.jpg&imgrefurl=http://www.bijbelstudie.org/tenach.html&usg=__2n80_RVypuVXzRrtLfmSYoj7fxs=&h=293&w=180&sz=18&hl=nl&start=1&um=1&tbnid=_ekpL2VKbCncpM:&tbnh=115&tbnw=71&prev=/images%3Fq%3Dtenach%26um%3D1%26hl%3Dnl%26lr%3Dlang_nl%26sa%3DN

Vers 8 en 9.
En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien had, wierp ik mij neder voor de voeten van de engel, die ze mij toonde, om te aanbidden.

Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God!

Evenals in hoofdstuk 1 vers 9 verklaart Johannes, dat hij het is, die deze onthulling van Jezus heeft ontvangen en hij is zo overweldigd door wat hij heeft meegemaakt, dat hij de engel, die hem in alles begeleid heeft, wil vereren.
De engel weigert dit resoluut en wijst Johannes naar God, die alle lof, dank en eer toekomt.

Wie was deze engel? Engel betekent: “boodschapper”.
Was dit een echte engel of één van de aartsvaders of profeten? Deze engel verklaart, dat hij net als Johannes en de profeten een dienaar van God is en het lijkt ver gezocht om daaruit te concluderen, dat deze engel geen gewone engel was. Hij is immers een dienende geest, zoals in Hebreeën 1 vers 14 staat, die door God gezonden was om Johannes te begeleiden.

Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven?

Vers 10. En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij.

De boekrol, die Jezus uit de handen van de Vader ontving, was wel verzegeld en dat betekende, dat alleen de Vader wist, wat er zou gaan gebeuren en dat verder nog niemand wist, hoe de dag van de Here God zou verlopen.
Jezus verbrak deze zegels en openbaarde daarmee alle dingen, die weldra moeten geschieden, zoals hoofdstuk 1 vers 1 zegt.
Wij weten nu alles, was we weten moeten over de toekomst en wij hebben nu een geschreven profetie in de vorm van het boek Openbaring.

Vers 11. Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.

Deze tekst bedoelt te zeggen, dat, hoe nader we komen tot de komst van onze Heer Jezus, de wereld alleen maar vuiler en gemener zal worden, zoals we in de praktijk ook meemaken.
Wij kunnen van de wereld niets verwachten: de misdaad, het onrecht, de onzedelijkheid en de onheiligheid zullen alleen maar toenemen.

Daartegenover staat de Gemeente van Jezus Christus, die uitziet naar Zijn komst en zich moet voorbereiden op de opname.
De Gemeente en dus ieder gelovige wordt in de tekst aangeraden nog meer goed te doen, dat wil zeggen: nog meer uit het geloof te leven en zich nog meer af te zonderen van de wereld.

Vers 12. Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.
Veel te gemakkelijk wordt de uitspraak “niet door werken, maar alleen door genade" van Luther gehanteerd.

Inderdaad, onze verlossing is puur genade.
Wij kunnen geen zucht aan de redding door Christus toevoegen, maar nadat wij verlost zijn, wordt er iets van ons verwacht, namelijk: werken, die uit het geloof voortkomen, want geloof zonder daden is dood.
We hebben al gezien in hoofdstuk 19 vers 8, dat aan de kleding van de heiligen de rechtvaardige daden zijn af te lezen.

Heiliging is een noodzaak en tegelijk dé grote vreugde van een christen, want een kind van God kan niet gelukkiger zijn dan heilig, afgezonderd van de wereld, met de Here God in het geloof te leven !
Groter geluk is niet te vinden en de Here God zal ons belonen naar onze werken.

Vers 13. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde

Deze uitspraak van Jezus komt drie maal voor in Openbaring, namelijk in 1 vers 8, 21 vers 6 en 22 vers 13.

Jezus vindt het kennelijk nodig, dat we heel zeker weten wie Hij echt is. Hij is God het Woord, de Oorsprong en Schepper van alle dingen en als alle plannen van God vervuld zijn, zijn wij, Gods kinderen, allen opgenomen in Hem, volkomen één in Hem en volmaakt levend vanuit Hem, want is niet alleen het begin, maar ook het eind !

Vers 14.
Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.

Van de schare, die niemand kan tellen, wordt gezegd in 7 vers 14: “Zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed van het Lam”.
In 5 vers 9 getuigen de 24 oudsten in hun lied, dat zij voor God gekocht zijn door het bloed van het Lam.
Johannes de Doper riep uit: “Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!”. Johannes 1 vers 29.

Centraal in de geschiedenis van de mensheid staat het kruis op Golgotha, waar Jezus voor uw, jouw en mijn zonden stierf.
Het belangrijkste feit in de gehele heilsgeschiedenis is het moment, waarop de Heer Jezus Christus Zijn bloed stortte om ons los te kopen uit de klauwen van de satan.

Met recht danken, loven en prijzen wij onze Heiland dagelijks voor Zijn offer en we kunnen niet dankbaar genoeg zijn, dat Hij Zijn troon in de heerlijkheid verlaten heeft om in de gestalte van een mens op aarde te komen, met als enige doel ons te redden.

“Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam,

de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis”...

Als we het boek Openbaring niet hadden, zouden we slechts heel weinig weten over onze bestemming en wie dit boek ter harte neemt, wordt vervuld met de Bijbelse hoop, het uitzicht op de verwezenlijkding van als Gods liefdevolle plannen.

Vers 15.
Buiten zijn de honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet.

Deze tekst is een echte sta-in-de-weg voor de alverzoeners, die overigens ook geen weg weten met de vorige tekst, die nog eens duidelijk de voorwaarden aangeeft om deel te mogen hebben aan het werk in Christus.
Deze tekst is overigens heel duidelijk: in het Nieuwe Jeruzalem is geen plaats voor onreine honden, voor occultisten, die zich door boze geesten laten leiden voor ontuchtplegers, die geregeerd worden door hun vleselijke hartstochten, voor moordenaars, afgodendienaars en leugenaars.

Het staat hier overduidelijk: zij, die in hun zonden volharden en zich niet bekeren van hun boze werken, staan buiten het koninkrijk van God. Zij zijn metterdaad verloren en zullen hun ondergang tegemoet gaan in de tweede, definitieve dood.

Vers 16. Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.

U, jij en ik worden hier persoonlijk nog eens extra verzekerd van het feit, dat Jezus Zijn bijzondere engel heeft gezonden om u, jou en mij te betrekken bij deze openbaring.
Alle gemeenten en kerken behoren hierin onderricht te worden !

Let wel: het behoort voor ons geen hobby te zijn om Openbaring te verkondigen, maar een opdracht van Jezus zelf en in iedere gemeente zou ruimte gemaakt moeten worden voor bestudering van het boek Openbaring.
Openbaring is de onthulling van Jezus. In veel gemeenten en kerken staat als het ware een standbeeld van Jezus, maar het beeld is nog niet onthuld: er licht nog een groot laken overheen en je kunt niet zien, wat er onder zit !

JEZUS IS HEER

Deze bovenstaande tekst zou in elke gemeente of kerk moeten worden opgehangen of: in elk geval in de harten van de gelovigen moeten zijn geschreven.

Dat het Jezus ernst is, dat wij dit profetische boek aan de gemeente bekend maken, bevestigt Hij nog eens door te zeggen wie Hij is. De wortel en het geslacht van David is een heenwijzing van Zijn koningschap. Hij is immers de Koning der koningen en de Heer der heren.

Jezus is ook de blinkende morgenster.
De morgenster, zoals wij die kennen, is de planeet Venus, die opkomt, voordat de zon aan de kim verschijnt.

Zo is Jezus de blinkende morgenster, die aan ons verschijnt, voordat wij de zon, de Vader, zien opkomen. Met andere woorden: Jezus is de weg tot de Vader.
“Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Johannes 14 vers 6.

Vers 17. En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.

Niet de Vader of de Zoon zeggen: Kom!, maar de Geest en de Bruid. De Geest van God is het, die Gods reddingsplan, dat door Jezus Christus is volbracht, toepast in de harten van de zondaren, die zich tot God bekeren.
De Geest is het ook, die de harten van Gods kinderen wil vullen met de hoop, de verwachting van de wederkomst van de Heer Jezus.
De christenen, die de Heer verwachten en ook dienovereenkomstig leven, zijn de overwinnaars, die in Openbaring 2 en 3 tot zeven keer toe worden toegesproken.
Zij zijn bestemd voor het Nieuwe Jeruzalem, de Bruid.

Over de gehele wereld inspireert de heilige Geest de Gemeente van Christus tot diep verlangen naar de wederkomst van Christus. Door prediking en gebed stijgen de gebeden op naar de hemel en roepen Gods kinderen: Kom!

En als iemand nog niet zover is, wordt hij / zij aangemoedigd om mee te gaan leven uit de verwachting van de Heer Jezus.

Wie geestelijke dorst heeft en verlangt naar de redding, mag zomaar komen tot de Bron, Christus Jezus.
Onze redding wordt mede bepaald door onze wil !
God heeft ons het vermogen gegeven van een vrije wil: wij kunnen zelf kiezen, vóór of tegen.
God heeft ons uitverkoren om een keus te kunnen maken. Wie voor Jezus kiest, mag komen en het levenswater nemen “om niet”, dat is: gratis, zomaar voor niets, omdat Jezus de prijs heeft betaald aan het kruis !!

Vers 18 en 19.
Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn;

en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.

Deze beide teksten vormen een heel ernstige waarschuwing en het is van groot belang om deze woorden te plaatsen in de tijd van Johannes.
In zijn tijd was er nog geen boekdrukkunst en boeken werden letter voor letter overgeschreven van het origineel.

U en jij kunnen zich voorstellen, dat deze overschrijvers wel eens in de verleiding zouden kunnen komen om iets toe te voegen, weg te laten of om een zin te veranderen.
Dat zou op zich een ramp zijn, want dan zouden de veranderde teksten ook weer door nieuwe schrijvers onbewust verkeerd worden gekopieerd.
Als iedere schrijver aan de tekst gaat sleutelen, zou op den duur een geheel andere boek ontstaan.

Wat hier in vers 18 en 19 staat, is echter een gewoonte van de oudheid: men begreep maar al te goed, dat schrijvers, die boeken of stukken moesten kopiëren tot de zeer betrouwbare figuren moesten behoren. Zij moesten vaak een eed afleggen en beloven, dat zij onder alle omstandigheden correct zouden kopiëren.

Een historisch voorbeeld vinden we in de brief van Aristeas, waarin hij beschrijft, hoe de Septuaginta tot stand is gekomen. De Septuaginta, “vertaling van de 70”, is de Griekse vertaling van het oude testament door 70 of 72 vertalers ten behoeve van de Joden die Grieks spraken in Egypte. Zij zouden dit in 72 dagen hebben volbracht, ongeveer 250 jaar voor Christus.

Aristeas schrijft dan: “Toen alle aanwezigen hun instemming met de vertaling van de Septuaginta betuigden, verzochten ze hem, zoals gebruikelijk was, een vloek uit te spreken over ieder, die enige verandering zou aanbrengen, zowel door iets toe te voegen of op enigerlei wijze een woord te veranderen of er iets uit weg te laten”.

Deze waarschuwing in dit laatste hoofdstuk van de Bijbel is heel ernstig: wie knoeit met de woorden, die God door Zijn Geest heeft laten opschrijven, valt onder het oordeel !
Onze Bijbel is een vertaling uit het Hebreeuws en het Grieks en men kan van mening verschillen of de vertaling van een bepaalde tekst wel correct is. Dat is niet verkeerd, het is zelfs nodig ! Dat wordt hier dan ook niet bedoeld !

Deze waarschuwing geldt voor een ieder: iedereen, die met opzet met de Schrift gaat manipuleren, valt onder het oordeel en verliest zijn plaats in het nieuwe Jeruzalem.
Ieder die er iets aan toevoegt of er iets uit weglaat, geeft daarmee te kennen, dat hij zich niet onderwerpt aan de door de heilige Geest geïnspireerde woorden van God.

De basis van het christelijke geloof is de door God gegeven Schrift. Alles, wat de Here God in Zijn Woord zegt, is volkomen waar en wie daarop bouwt, zal nooit beschaamd uitkomen.
Daarom moeten wij de gemeente voeden met de Schrift en de gemeenteleden leren te leven vanuit het Woord.

2 Petrus 1 : 19 – 21. En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.

Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.

Openbaring 22 vers 20: “Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig !

Jezus spreekt nu tot u, jou en mij Zijn laatste woord. Heel vaak zegt een spreker: “En nu wil ik u tenslotte nog dít zeggen”…
Alle aanwezigen weten nu, dat er iets heel belangrijks komt en de spreker krijgt direct alle aandacht.
Het laatste woord, dat Jezus tot ons zegt, is: “Ja, Ik kom spoedig!”
De eschatologie, de leer van de laatste dingen, is geen wetenschap, maar een verwachting, die leeft in de harten van Gods kinderen. Wij verwachten de spoedige komst van de Heer Jezus !

Vers 20b. “Amen, kom, Here Jezus!”

De vraag wordt wel eens gesteld: 1. Wie ben ik ? 2. Waar kom ik vandaan? en 3. Waar ga ik naar toe?

Een Amerikaanse professor vroeg naar aanleiding hiervan eens aan zijn studenten theologie: “Wie zou nu graag willen weten of je wel klaar bent voor de terugkeer van de Heer Jezus? Ik weet namelijk, hoe je dit echt kunt weten”.
Alle handen werden omhoog gestoken! Wie zou nu níet willen weten, hoe je kunt weten, dat je klaar bent voor de komst van de Heer ?!

Het antwoord van deze professor, Brother Butterfield, was zo eenvoudig als het maar zijn kon: “Als je ’s avonds, voor je naar bed gaat, neerknielt en je kunt van ganser harte bidden: “Kom, Here Jezus, ja kom spoedig!”, DAN IS DAT HET BEWIJS, DAT JE KLAAR BENT VOOR DE KOMST VAN DE HEER JEZUS !”

“De genade van de Heer Jezus zij met u, met jullie, allen! “
Amen.

Openbaring 19 - 22 (slot)

Blogarchief

Over mij

woensdag 12 november 2008